Reptielen
| Reptielen Reptilia | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Leefgebied | Veelal warme(re) streken | ||
| Leefomgeving | divers | ||
| Behoort tot de | gewervelden | ||
| |||
Reptiel betekent kruipend dier. Er zijn heel veel reptielen. Eigenlijk is het woord reptielen een verzamelnaam van een heleboel dieren:
- Schubreptielen (Squamata), waaronder
- Schildpadden (Testudines)
- Krokodilachtigen (Crocodilia)
- Brughagedissen (Sphenodontidae)
Reptielen zijn allemaal koudbloedig. Ook zijn ze allemaal gewerveld. Dat betekent dat ze allemaal een ruggengraat en andere botten hebben. Er zijn heel veel verschillende reptielen. Je vindt ze bijna overal ter wereld. Alleen op plekken waar het heel er koud is, zoals op de zuidpool, leven geen reptielen. Reptielen of kruipdieren zijn koudbloedige gewervelde dieren. Er bestaan er meer dan 11.700 soorten reptielen.
Uit recentelijk onderzoek is gebleken dat de vogels eigenlijk ook tot de reptielen gerekend moeten worden. Beide groepen (clades) hebben bepaalde dinosauriërs als voorouders. Dan krijg je de volgende indeling:
- lepidosauriërs (Lepidosauria)
- tuatara en verwanten (Rhynchocephalia)
- Schubreptielen (Squamata) waaronder
- Archelosauria
- schildpadden (Testudines)
- archosauriërs (Archosauria)
- krokodillen (Crocodilia)
- dinosaurussen (Dinosauria)
- vogels (Aves)
De vroegst bekende proto-reptielen ontstonden ongeveer 312 miljoen jaar geleden tijdens het Carboon.
Het vroegst bekende eureptiel ("echt reptiel") was Hylonomus , een klein en oppervlakkig hagedisachtig dier. Naast de levende reptielen zijn er nu veel verschillende groepen uitgestorven, in sommige gevallen als gevolg van massale uitstervingen. In het bijzonder vernietigde het uitsterven van het Krijt-Paleogeen de pterosauriërs , plesiosauriërs en alle niet-vliegende dinosauriërs naast vele soorten krokodilachtigen (crocodyliforms) en slang- en hagedisachtigen (squamaten - bijvoorbeeld Mosasauriërs ). Moderne niet-vogelreptielen bewonen alle continenten behalve Antarctica.
Reptielen zijn vierpotige gewervelde dieren, wezens die ofwel vier ledematen hebben of, zoals slangen, afstammen van voorouders met vier ledematen. In tegenstelling tot amfibieën hebben reptielen geen larvenstadium in het water. De meeste reptielen zijn eierleggend, hoewel verschillende soorten slang- en hagedisachtigen (squamaten) levendbarend zijn.
Galerij
Cobra (slang)
Kameleon
schildpad
.jpg)
