Schaken

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Schaakbord.jpg
Schaakbord met de stukken in beginpositie
Schaakklok

Schaken is een spel waarbij men het speelstuk dat de 'koning' wordt genoemd zo moet insluiten dat de speler deze kan slaan en dat dit niet verhinderd kan worden door de koning te verplaatsen of een ander speelstuk tussen het aanvallende stuk en de koning te zetten. Het spel wordt gespeeld met twee personen op een schaakbord.

Het schaakspel kent de volgende stukken

  • 2 torens per speler
  • 2 paarden per speler
  • 2 lopers per speler
  • 1 koningen/dame per speler
  • 1 koning per speler
  • 8 pionnen per speler

De bewegingen

Toren

Een toren mag horizontaal en verticaal verplaatst worden over een onbepaald aantal vakjes. Hierbij mag men niet over andere stukken heen. Stukken van de tegenstander mogen wel geslagen worden (de reis stopt dan op het vakje waar de tegenstander stond). In het geval van een rokkade wordt de toren over de koning heen gezet.

Paard

Het paard wordt verplaatst volgens de paardensprong. Het speelstuk wordt twee vakken in een richting geplaatst en vervolgens 1 vakje in een richting hier loodrecht op. Een paard mag altijd verplaatsen, ook als de route is geblokkeerd door een ander stuk.

Loper

Een loper mag alleen diagonaal verplaatst worden over een onbepaald aantal vakjes. Ook hierbij mag men niet over andere stukken heen gaan, maar mogen de stukken van de tegenstander wel geslagen worden.

Dame

De dame mag bewegen als de toren en de loper. Ook hier moeten de gebruikelijke regels in acht worden genomen.

Koning

De koning mag in elke richting bewegen, maar slechts 1 vakje. Wanneer de koning nog niet heeft gelopen en er geen stukken tussen de koning en de aangrenzende toren staan, kan een rokkade worden uitgevoerd. De koning wordt hierbij twee plaatsen richting de toren geplaatst. De toren wordt vervolgens over de koning heen gezet en naast de koning geplaatst.

Pion

Een pion mag uit de startpositie de eerste keer twee vakjes vooruit. In alle overige gevallen mag de pion slechts 1 vakje vooruit. Een pion mag alleen diagonaal een ander stuk slaan (ook slechts 1 vakje ver). Wanneer een pion de overkant van het veld behaald, wordt de pion vervangen door een stuk naar keuze.

Schaakbord

Het schaakbord is vierkant en heeft 64 hokjes. De hokjes zijn om en om zwart-wit geblokt. Er zijn 8 vakjes naast elkaar horizontaal en 8 vakjes naast elkaar verticaal. De rijen en kolommen zijn vaak genummerd en geletterd. Het spelbord kan ook worden gebruikt voor het dammen.

Opstelling van de speelstukken

De speelstukken worden aan het begin van het spel altijd volgens een vast patroon opgesteld. Dit gebeurd als volgt: de toren, het paard en de loper worden in die volgorde neergezet vanuit de linker onderhoek. Hiernaast komt de dame en de koning. Vervolgens komt er weer een loper, een paard en uiteindelijk weer een toren. De rij daarvoor wordt gevuld met pionnen. De tegenstander doet hetzelfde, maar wisselt de dame en de koning om. Hierdoor komen de dames en de koningen van de tegenstanders tegenover elkaar te staan.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Schaken&oldid=165936"