Bloed
Bloed is een rode vloeistof die in mensen en veel dieren zit. De rode kleur komt door de rode bloedlichaampjes. Het zorgt ervoor dat onze organen zuurstof krijgen zodat ze het goed blijven doen. Bloed is ook een transportmiddel van voedingsstoffen en afvalstoffen door ons lichaam. In één druppel bloed zitten 6 miljoen cellen per kubieke millimeter. Vroeger kon niemand ze zien, omdat toen de microscoop nog niet was uitgevonden. Toen men onderzoek deed over bloed sneden ze in een slagader. Daaraan konden ze zien dat het onder druk stond. Ook hadden ze het bloed geproefd, ze vonden het zoet smaken en dachten dat er suiker in zat.
Wat bloed is
Ons bloed bestaat uit een dunne lichtgele vloeistof die ook wel plasma wordt genoemd. In ons plasma zitten witte bloedlichaampjes, rode bloedlichaampjes en bloedplaatjes. Door de rode bloedlichaampjes is ons bloed rood. We hebben ongeveer 5 liter bloed in ons lichaam. Ons hart pompt ons bloed door ons lichaam, daarbij komt het ook in de longen. In de longen nemen de rode bloedlichaampjes de zuurstof die we inademen op. Tijdens de reis doen de rode lichaampjes nog meer; ze nemen afgewerkte stoffen op zoals koolzuurgas en waterdamp.
Bloed wordt door je lichaam verspreid via de bloedsomloop. Bloed stroomt door aderen.
Waarom is bloed rood? De Nederlandse microscopist Antonie van Leeuwenhoek had een voorstel gedaan dat de rode kleur van het bloed te danken is aan de ‘ kleine bolletjes’ die wij nu roden cellen noemen, hoewel hij ze door de lens van de microscoop moet hebben gezien als lichtgele vlekken. Elke rode cel bevat een eiwit, hemoglobine. Het eiwit zorgt ervoor dat er zuurstof in je lichaam komt en dat het bloed stroomt.