Emotie

Een emotie geeft de toestand aan hoe je je op dat moment voelt. Je hebt bijvoorbeeld de emoties:

1. Blij of vreugde: je bent ergens blij mee
2. Boos of boosheid: je bent ergens (erg) kwaad om
3. Droevig, bedroefd of verdriet: er is jouw of een dierbaar iemand iets naars overkomen
4. Bang: iets maakt dat je angst voelt, geeft je de bibberaties!
5. Opluchting, opgelucht: je verwachte iets ergs maar dit valt mee; er valt een last van je schouder!
6. Schaamte, beschaamd: je hebt iets gedaan waar je spijt van hebt en je voor schaamt
7. Gestresst: je hebt stress: je bent gespannen: er komt te veel tegelijk op je af, je zit ergens mee
8. Afschuw: Je hebt ergens een afkeer van.

Uiterlijk

Je hebt talloze emoties. Die emoties kun je voor jezelf houden. Maar je kunt ze ook laten zien. Vaak kun je er niks aan doen:

1. Blije mensen maken een vreugdedansje
2. Boze mensen kunnen rood aanlopen
3. Droevige mensen kunnen huilen
4. Bange mensen kunnen de rillingen krijgen
5. Opgeluchte mensen slaken vaak een diepe zucht
6. Mensen die zich schamen krijgen vaak rode blosjes op de wangen (het schaamrood op de kaken hebben staan)
7. Bij stress kunnen mensen opgewonden zijn, zenuwachtig praten en zenuwachtige bewegingen maken, onrustig slapen