Fazant
| Kalkoen Meleagris gallopavo | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | Noord-Amerika | ||
| Leefomgeving | Graslanden en bossen | ||
| Behoort tot de | Fazantachtigen, Hoendervogels, Vogels | ||
|
| |||
| |||
.jpg)
Een kalkoen (Meleagris gallopavo) is een dier. Het wordt vaak gegeten met kerst en met oud en nieuw.
De wilde kalkoen is een hooglandwildvogel afkomstig uit Noord-Amerika, een van de twee bestaande soorten kalkoen en het zwaarste lid van de orde Hoendervogels (Galliformes). Het is de voorouder van de gedomesticeerde kalkoen, die oorspronkelijk was afgeleid van een zuidelijke Mexicaanse ondersoort van wilde kalkoen.
Een kalkoen kan vaak goed zien en horen. Ook kunnen ze heel hard rennen. Het snelheidsrecord is 88,5 kilometer per uur. Ze communiceren met elkaar door geluiden. Ze zijn erg sociaal. Een volwassen kalkoen heeft tussen 5000 tot 6000 veren! En net zoals bij pauwen, spreiden de mannelijke kalkoenen hun staart om vrouwtjes aan te trekken. Omdat een kalkoen een soort omnivoor is, eten ze noten, zaden, blaadjes, insecten en salamanders.
Veel mensen denken dat er maar één soort kalkoen is, maar je hebt wel 20 verschillende rassen!
Voeding
Wilde kalkoenen zijn alleseters, foerageren op de grond of klimmen in struiken en kleine bomen om zich te voeden. Ze eten het liefst eikels, noten en andere harde basten van verschillende bomen, waaronder hazelaar , kastanje , hickory en pinyon-den, evenals verschillende zaden , bessen zoals jeneverbes en berendruif, knoppen, bladeren, varenbladeren, wortels en insecten. Kalkoenen consumeren ook af en toe amfibieën zoals salamanders en kleine reptielen zoals hagedissen en kleine slangen. Er zijn kuikens waargenomen die insecten, bessen en zaden aten. Wilde kalkoenen voeden zich vaak in koeienweiden, bezoeken soms vogelvoeders in de achtertuin en geven de voorkeur aan akkerlanden na de oogst om zaden op de grond op te vangen. Het is ook bekend dat kalkoenen een grote verscheidenheid aan grassen eten.