Gebruiker:Mike1023/Kladblok: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 78: Regel 78:
 
De katholieken zaten tijdens deze periode in de oppositie. In 1884 behaalden zij echter een meerderheid. De liberalen werden namelijk als extreem gezien. Veel conservatieve en gematigde liberalen stemden daarom voor de katholieken. Ook voegden enkele onafhankelijken zich bij de Katholieke Partij. De opkomst van de [[Belgische Werkliedenpartij]] (BWP) werd als een probleem gezien door de liberalen en katholieken. Door middel van stakingen dwong de BWP om het [[algemeen meervoudig kiesrecht]] in te voeren. Voorheen konden alleen mannen met een bepaald vermogen (loon of bezittingen) stemmen. Door de invoering van het algemeen meervoudig kiesrecht konden alle mannen boven de 25 jaar stemmen. Mannen die een hoog loon of vermogen hadden kregen wel één of twee extra stemmen. Als gevolg hiervan kwam de BWP in het parlement en stortte de Liberale Partij in. De Katholieke Partij wist de machtspositie in het parlement te krijgen. De partij trok zowel katholieke (en Vlaamse) arbeiders als gematigde en conservatieve liberalen aan. De Katholieke Partij kon door het algemeen meervoudig stemrecht aan de macht blijven. Tot aan de Eerste Wereldoorlog zouden er volledig katholieke regeringen zijn.
 
De katholieken zaten tijdens deze periode in de oppositie. In 1884 behaalden zij echter een meerderheid. De liberalen werden namelijk als extreem gezien. Veel conservatieve en gematigde liberalen stemden daarom voor de katholieken. Ook voegden enkele onafhankelijken zich bij de Katholieke Partij. De opkomst van de [[Belgische Werkliedenpartij]] (BWP) werd als een probleem gezien door de liberalen en katholieken. Door middel van stakingen dwong de BWP om het [[algemeen meervoudig kiesrecht]] in te voeren. Voorheen konden alleen mannen met een bepaald vermogen (loon of bezittingen) stemmen. Door de invoering van het algemeen meervoudig kiesrecht konden alle mannen boven de 25 jaar stemmen. Mannen die een hoog loon of vermogen hadden kregen wel één of twee extra stemmen. Als gevolg hiervan kwam de BWP in het parlement en stortte de Liberale Partij in. De Katholieke Partij wist de machtspositie in het parlement te krijgen. De partij trok zowel katholieke (en Vlaamse) arbeiders als gematigde en conservatieve liberalen aan. De Katholieke Partij kon door het algemeen meervoudig stemrecht aan de macht blijven. Tot aan de Eerste Wereldoorlog zouden er volledig katholieke regeringen zijn.
   
De christendemocraten waren welkom binnen de partij, maar niet in de kieskring [[Aalst]]. Priester [[Adolf Daens]] besloot daarom zijn eigen partij op te richten; de [[Christene Volkspartij]]. Deze partij zette zich in voor de rechten van arbeiders, maar was ook onderdeel van de [[Vlaamse Beweging]]. Zo vond Daens dat het Nederlands de taal van Vlaanderen moest worden. Deans probeerde een brug te vormen tussen de conservatieve katholieken en de goddeloze liberalen en socialisten. Na de Eerste Wereldoorlog ging de Christene Volkspartij op in de Katholieke Partij en de [[Frontpartij]].
+
De christendemocraten waren welkom binnen de partij, maar niet in de kieskring [[Aalst (Oost-Vlaanderen)|Aalst]]. Priester [[Adolf Daens]] besloot daarom zijn eigen partij op te richten; de [[Christene Volkspartij]]. Deze partij zette zich in voor de rechten van arbeiders, maar was ook onderdeel van de [[Vlaamse Beweging]]. Zo vond Daens dat het Nederlands de taal van Vlaanderen moest worden. Deans probeerde een brug te vormen tussen de conservatieve katholieken en de goddeloze liberalen en socialisten. Na de Eerste Wereldoorlog ging de Christene Volkspartij op in de Katholieke Partij en de [[Frontpartij]].
   
 
===Katholiek Verbond===
 
===Katholiek Verbond===

Versie van 28 apr 2024 21:40

Katholieke Partij
Parti catholique

KVV-PCS.png

Oprichting 1869
Opheffing 1945
Actief in Vlag van België België
Richting Centrumrechts tot rechts
Stroming Belgisch nationalisme
Christendemocratie
Conservatisme
Presidentskandidaat
President
Vicepresidentskandidaat
Vicepresident
Oprichter(s)
Partijleider
Partijvoorzitter
Secretaris-generaal
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Wetenschappelijk bureau
Jongerenorganisatie
Studentenorganisatie
Vrouwenbeweging
Lhbt-vleugel
Zusterpartij(en)
Fractie in het Benelux-parlement
Europese fractie
Internationale organisatie
Voorgaande partij(en)
Opvolgende partij(en)
Fusie van
Opgegaan in
Afsplitsing van
Afsplitsing(en)
Voortzetting van
Portaal Portal.svg Politiek

De Katholieke Partij (Frans: Parti catholique) was een Belgische politieke partij die tussen 1869 en 1945 bestond. Tijdens deze periode had de Katholieke Partij verschillende namen. Tot 1921 heette de partij officieel Federatie van Katholieke Kringen en Conservatieve Verenigingen. Tussen 1921 en 1936 werd de naam Katholiek Verbond gebruikt. Tussen 1936 en 1945 heette de partij Katholiek Blok, waarvan het logo rechts afgebeeld staat.

De partij was de tegenhanger van de Liberale Partij. Tijdens de 19e eeuw waren de katholieken en liberalen afwisselend aan de macht. Tussen de jaren 1850 en 1880 waren de katholieken vaak in de oppositie. Tussen het einde van 19e eeuw en de jaren 1930 hadden de katholieken de dominante machtspositie. Zij waren constant de grootste partij en vormden meestal de regering zonder andere partijen. Tijdens de jaren 1930 verloor de partij echter zetels, waardoor het moest samenwerken met de liberalen en de Belgische Werkliedenpartij (BWP). Na de Tweede Wereldoorlog ging de Katholieke Partij op in de Christelijke Volkspartij (CVP). De partijen CD&V en Les Engagés zijn afkomstig uit deze partij.

De Katholieke Partij was conservatief en katholiek. Later werd de partij ook christendemocratisch, voornamelijk door de invloed van Adolf Daens.

Geschiedenis

Ontstaan

Na de Belgische Revolutie van 1830 had België geen politieke partijen. In het parlement waren alle leden onafhankelijk. Deze onafhankelijke leden kon je in twee groepen verdelen: de katholieken en de liberalen. De katholieken hadden een meerderheid, maar regeerden altijd samen met de liberale minderheid. Tijdens de Belgische Revolutie hadden de twee groepen namelijk samengewerkt. Beide groepen waren (voor verschillende redenen) tegen de Nederlandse overheersing. Na de onafhankelijkheid besloten de groepen samen te werken om België op te bouwen als land. Dit wordt het unionisme of het "monsterverbond" genoemd. In de jaren 1840 kwam er een einde dit verbond. De liberalen wilden meer vrijheden, terwijl de katholieken hiertegen waren.

De liberalen besloten in 1846 hun eigen partij op te richten; de Liberale Partij. De katholieken besloten ook samen te werken. Zij stelden gezamenlijke kieslijsten op voor de verkiezingen. Toch werd dit regionaal geregeld. Op 11 juli 1864 kwam er een bond tussen al deze regionale afdelingen: de Federatie van Katholieke Kringen en Conservatieve Verenigingen. Dit wordt als het officiële begin van de Katholieke Partij gezien.

Van oppositie tot machtspositie

De Katholieke Partij bestond uit voornamelijk conservatieve politici. Zij omarmde de katholieke identiteit en het katholieke geloof. Waar de liberalen een strenge scheiding van kerk en staat wilden, wilden de katholieken juist een rol voor de kerk binnen de staat. De katholieke politici waren het oneens over de precieze rol van de kerk. Toch wilden zij dat het bijzonder onderwijs (scholen met een religieuze grondslag) net als openbaar onderwijs (scholen zonder een religieuze grondslag) geld van de overheid kregen. Tijdens de Schoolstrijd probeerden zij dit te regelen. De liberalen wilden echter dat alleen het openbaar onderwijs overheidsgeld kreeg. Tijdens de 19e eeuw hadden de liberalen de meerderheid, waardoor zij hun plannen konden doordrukken.

De katholieken zaten tijdens deze periode in de oppositie. In 1884 behaalden zij echter een meerderheid. De liberalen werden namelijk als extreem gezien. Veel conservatieve en gematigde liberalen stemden daarom voor de katholieken. Ook voegden enkele onafhankelijken zich bij de Katholieke Partij. De opkomst van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) werd als een probleem gezien door de liberalen en katholieken. Door middel van stakingen dwong de BWP om het algemeen meervoudig kiesrecht in te voeren. Voorheen konden alleen mannen met een bepaald vermogen (loon of bezittingen) stemmen. Door de invoering van het algemeen meervoudig kiesrecht konden alle mannen boven de 25 jaar stemmen. Mannen die een hoog loon of vermogen hadden kregen wel één of twee extra stemmen. Als gevolg hiervan kwam de BWP in het parlement en stortte de Liberale Partij in. De Katholieke Partij wist de machtspositie in het parlement te krijgen. De partij trok zowel katholieke (en Vlaamse) arbeiders als gematigde en conservatieve liberalen aan. De Katholieke Partij kon door het algemeen meervoudig stemrecht aan de macht blijven. Tot aan de Eerste Wereldoorlog zouden er volledig katholieke regeringen zijn.

De christendemocraten waren welkom binnen de partij, maar niet in de kieskring Aalst. Priester Adolf Daens besloot daarom zijn eigen partij op te richten; de Christene Volkspartij. Deze partij zette zich in voor de rechten van arbeiders, maar was ook onderdeel van de Vlaamse Beweging. Zo vond Daens dat het Nederlands de taal van Vlaanderen moest worden. Deans probeerde een brug te vormen tussen de conservatieve katholieken en de goddeloze liberalen en socialisten. Na de Eerste Wereldoorlog ging de Christene Volkspartij op in de Katholieke Partij en de Frontpartij.

Katholiek Verbond

Katholiek Blok

Een verkiezingsposter van het Katholiek Blok uit 1939 in Antwerpen.

Tweede Wereldoorlog

Ideologie

Verkiezingsresultaten

Afbeeldingen

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Gebruiker:Mike1023/Kladblok&oldid=856525"