Jemenitische Burgeroorlog
De Jemenitische Burgeroorlog is een burgeroorlog in Jemen, tussen enerzijds president Al-Hadhi (gesteund door een achterliggende coalitie en leger) en anderzijds de Houthi's. De rebellen steunden de vorige president, president Saleh, die was afgezet door huidig president Al-Hadhi. Toen de positie van Al-Hadhi zich verstevigde, ontstond er een bloederige burgeroorlog.
Achtergrond
Toen de Houthi-opstand in Jemen plaatsvond, verzwakte de regering steeds meer. De Houthi's maakten hier handig gebruik van door in 2011-2012 steeds meer grondgebied te veroveren. In mei 2012 hadden ze de meerderheid van de streken Saada, Al Jawf en Hajjah in handen. Intussen kwamen ook streng-islamitische terreurbewegingen op, zoals Islamitische Staat, die hun positie in Jemen probeerde te versterken. De Houthi's zagen het gevaar en besloten een punt aan hun doelstellingen toe te voegen: Minderheden beschermen tegen opkomende terreurbewegingen. Ondertussen veroverde ook de Zuidelijke Beweging (rebellengroep die meer land wil) steeds meer land.
Er mengde zich een andere partij in het conflict: de aanhangers van voormalig president Saleh. Saleh's regering was ten val gekomen door president Al-Hadi, die zijn opvolger werd. Saleh's aanhangers maakten een verbond met de opstandelingen (nl. Houthi's). De ellende en conflicten namen daardoor alleen maar toe. De Burgeroorlog bestond nu uit zes partijen: President Al-Hadi/zijn regering en een deel van zijn regeringsleger (gesteund door andere landen, zoals Saoudi-Arabië) enerzijds, de Houthi's, de aanhangers van Saleh en de Zuidelijke Beweging anderzijds. Tot overmaat van ramp kregen organisaties als Islamitische Staat en Al-Qaida ook voet aan de grond. De Houthi's kregen versterking van meer strijders.
Vanaf november 2013 ontstond er een gewelddadig conflict tussen de Houthi's en de terroristische organisaties. Er ontstonden felle gevechten. Ondertussen werd ook de weerstand groter tegen Al-Hadi's, over het algemeen soennitische, regering. In september 2014 trokken Houthiese strijders de hoofdstad binnen en plaatsten president Al-Hadi onder huisarrest. De Verenigde Naties startten een vredesproces en gaven in een resolutie het bevel president Al-Hadi vrij te laten. De Houthi's kregen bepaalde concessies, maar dat was hun nog lang niet genoeg. Op 20 januari 2015 vielen Houthiese rebellen het presidentiële paleis aan en eisten het aftreden van president Al-Hadi. Al-Hadi gaf aan deze oproep gehoor.
Verder verloop
De rebellen probeerden, na Al-Hadi's aftreden, een eigen president aan te stellen. Zij slaagden hier niet in, omdat veel partijen weigerden te onderhandelen. Al-Hadi was ondertussen in allerijl de stad uit gevlucht. Al-Hadi liet weten dat hij zich nog steeds de president van Jemen vond en erkende de nieuwe regering van de Houthi's niet. Toen meldden de terroristische groeperingen zich weer, door een driedubbele bomaanslag te plegen. Hierbij waren zowel Houthiese rebellen als onschuldige burgers het slachtoffer.
Abdulmalik Al-Houthi verscheen kort hierna op televisie en verklaarde Al-Hadi, samen met Al-Qaida de oorlog. De aanslagen werden opgeëist door IS en niet door Al-Qaida.
Begin van gewapend conflict
De oorlog begon op 19 maart 2015, toen aanhangers van Salah en troepen van de regering-Al-Hadi fel vochten om een luchthaven. Het regeringsleger werd daar verslagen. Drie dagen later veroverden de Houthi's Ta'izz en een dag later Bab el Mandeb. Op 25 maart 2015 bereikten de Houthi's tot op 30 kilometer de havenstad Aden. Uit angst gedood te worden door de rebellen, vluchtte Al-Hadi naar Saoudi-Arabië. De regering aldaar is pro-Al-Hadi en voert luchtaanvallen uit om het regeringsleger steun te geven in hun strijd tegen de rebellen. Inmiddels is Al-Hadi teruggekeerd naar Jemen, omdat het regeringsleger weer succes heeft, door de versterkingen van Saoudi-Arabië. Moreel en materieel scharen andere landen zich ook achter de regering van Al-Hadi.
Bronnen
- Nieuwsberichten
- Nederlandstalige Wikipedia