Karel de Grote

Karel de Grote (2 april 742 of 743 - Aken, 28 januari 814) was een belangrijke Europese vorst. Hij was van 771 tot aan zijn dood koning der Franken; daarbovenop werd hij in 800 tot keizer van het Westen gekroond. Karel de Grote was de zoon van Pepijn de Korte en Bertrada van Laon.

Karel de Grote was de belangrijkste vorst van de vroege middeleeuwen.

In het Latijn heette hij Carolus Magnus en zo werd hij ook wel eens genoemd. In het Frans en het Engels luidt zijn naam Charlemagne. Karel de Grote heette om verschillende redenen de Grote; omdat hij veel land in bezit had en heel goed zijn land bestuurde. Deskundigen denken ook dat hij 1.92 m was. Dat was met name in die tijd heel erg lang, omdat de mensen vroeger gemiddeld veel kleiner waren dan nu. Dus hij kwam niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk boven iedereen uit.

Hij vond dat iedereen in de God van de christenen moest geloven. Karel voerde oorlog met koningen die nog in de oude goden geloofden, zoals Radboud van de Friezen. Hij veranderde veel dingen en werd een beroemde persoon in de geschiedenis.

ewa rikkerd je bent een fucking dikkerd!

hier zijn wat scheldwoorden:

◾aalskakker ◾ aambeienbeffer ◾aambeienlikker ◾aambeienschoffelaar ◾aambeihaarwasser ◾aansteller ◾aap ◾aapjesviller ◾aapmens ◾aaprikaan ◾aardappelhoer ◾aardappelluis ◾aardbanaan (lief bedoeld) ◾aardgeest ◾aardpeer ◾aardpiraat ◾aardvarken ◾aardworm ◾aardworst ◾aars ◾aarsaap ◾aarsatleet ◾aarsbaard ◾aarsbaars ◾aarsbanaan ◾aarsbeer ◾aarsbeffer ◾aarselaar ◾aarsfreter ◾aarsgarnaal ◾aarshaar ◾aarshaarfohner ◾aarshaarknabbelaar ◾aarshaarluis ◾aarshaarverzamelaar ◾aarsketser ◾aarskind ◾aarsklodder ◾aarslander ◾aarslikker ◾aarslog ◾aarsneger ◾aarsridder ◾aarsmaad ◾aarsmade ◾aarsslijm ◾aarsvijand ◾aarsvis ◾aarsworm ◾aartschurk ◾aasgier ◾abortuskind ◾absjaar ◾achterbaksestoephoer ◾achterlader ◾achterlijke ◾achterlijk gebakkie ◾achterpoter ◾achterbuurtfossiel ◾acrobaat ◾adder ◾adderengebroedsels ◾addergebroed ◾afbak hoer ◾afgebakken frikandelhoofd ◾afgebefte del ◾anuspapegaai ◾anuspenetreerder ◾anuspieper ◾anuspiloot ◾anuspiraat ◾anuspuntverknetteraar ◾anusreflector ◾anusridder ◾anussabbelaar ◾anussap-verzuring ◾anustoerist ◾anusuitscheiding ◾anusvreter ◾apache ◾apekloot ◾apekop ◾apenkut ◾apengaper ◾apenbatser ◾apenflikkerneuker ◾apenhaar ◾apenrukker ◾apeneuker ◾apenwaffel ◾appel ◾appelflap ◾appelzwijn ◾archeologisch kontfossiel ◾armoedverspreider ◾armoedzaaier ◾arrefakker ◾asbak ◾arroganteklitzuigende-wrattenhoofd ◾asbestmuis ◾asfaltridder ◾asielzoeker ◾aso-big ◾asperge ◾asshole ◾augurk ◾augurkenneuker ◾augurkenturk ◾augurklul ◾autocraat ◾autodidact ◾autokraat ◾avocadoneuker ◾azteek

◾baanduivel ◾baardaap ◾baarmoeder ◾baarmoederscheefgepoept-kuttekind ◾baarmoederbuikwandschimmel ◾baarmoeder-discokip ◾baarmoederslijmvlieg ◾baarvader ◾babaloekoe ◾babbalipviskikker ◾baby ◾babypoedersnuiver ◾baccilledrager ◾badaap ◾badjufbeffer ◾badmuts ◾bafaap ◾baffer ◾bruinwerker ◾bruisend

◾cabaretlul ◾camperhoer ◾campesneurdo ◾campinghoer ◾campingslet ◾campusnerd ◾camslet ◾carnavals-inca ◾carnavalskaper ◾carnavals-mussolini ◾capsoneslijer ◾capsonestrut ◾caveman ◾centenschraper

◾daaglaker ◾dagblinde ◾dakduif ◾dakhaas ◾dameskapper ◾damhoer ◾darmafval ◾darmcoureur ◾darmflora flikker ◾darmfloraflirter ◾darmgas-wildebras ◾darmkikker ◾darmneuker ◾darmstad ◾darmtoerist

◾ebverzuiper ◾ectoplasma ◾edeldarm ◾edammer ◾eeltneus ◾eend ◾eendeneikel ◾eendekweker ◾eerstekamer nerd ◾éénoog ◾egocentrischebullebak ◾egoist ◾eiermix-imitatie ◾eierzak ◾eikel ◾eikelbijter ◾eikelkluiver ◾eikellikker

◾fabricagefout ◾facadeklasher ◾falliete tiet ◾familycocktail ◾farmer ◾fatsich ◾fatsige spekhond ◾fietsendief zonder hersens ◾fietspompenlullegezicht ◾fileklever ◾flamingo ◾flapdrol ◾flapkut ◾flappie ◾flathoer ◾flatslet ◾flauwerd

◾gabber ◾gadoodengeefmijbrood ◾gajeskop ◾galbak ◾galgenaas ◾galgengebroed ◾galkankerdebiel ◾galsmoel ◾gambaslet ◾gamefreak ◾gangster ◾ganzeboard

◾haagse wim ◾haaibaai ◾haas ◾hakker ◾halvegare ◾halve maan-rover ◾halvezool ◾hammehapper ◾hamerhomo ◾hamsteraar ◾hamsterpampe r ◾hamsterpijper ◾handelaar in 2hands vogelmest ◾handvat ◾hangbuikvarkenkonteneuker ◾hangbuikzwijn ◾hangjas ◾holtor

Banners

Toegift

Aapmens! Aardappelluis! Aardpeer! Aardvarken! Aartschurk! Acrobaat! Adder! Afdruk van God's wezen! Afgestompte Barbaar! Afstraling van God's heerlijksheid! Aftandse lekkerbek! Afvallige! Alfa en Omega! Almachtige! Alpiene kropdrager! Amen! Amfitryon! An me reet! Anakoloet! Analfabeet! Anarchist! Anijsdrop! Anthraciet! Anthropopithecanthropus! Apache! Apekop! Apostel van onze belijdenis! Appenijns kropmens! Arm des Heren! Asperge! Augurk! Autocraat! Autodidact! Autokraat! Azteek! Baanduivel! Bah! Bal gehakt! Balkan-hork! Ballenhoofd! Bandiet! Bangerik! Banier! Bashi-Bouzouk! Basji-Boezoek uit de Karpaten! Basji-Boezoek! Bastaard! Baviaan! Beddenplasser! Beeld Gods! Beeldenstormer! Begin der schepping Gods! Belastingformulier! Belhamel! Bende scheepsjongens! Berliner bol! Beschimmeld theezakje! Beul! Bevrijder! Biechtvader! Bikker! Blauwbaard! Blinkende Morgenster! Bloedzuiger! Boef! Boelet! Bord lauwe pap! Borrelbuik! Bosjesneger! Bosneuker! Briefhoofd! Broeder! Broekhoestbonbon! Brontosaurus! Brood des levens! Bruidegom! Brulaap! Brutale hark! Brutale vlegel! Bruut! Buitenlander! Bulldozer! Bultezel! Carnavals-Inca! Carnavalskaper! Causaliteit violateur! Christus Gods! Coloradokever! Cyanide! Cyclopische doodrijder! Cyclotron! Cyrano op vier poten! Dagblinde! Damplende paardevijg! Deegsliert! Deelteken! Deur der schapen! Die is en Die komt! Die was! Dikkop! Diplodocus! Doedelzak! Domoor! Donder op! Donderbomse knuppelfenomeen! Doodrijder! Doolvogel! Doorregen baviaan! Doper in de Heilige Geest! Driedubbel ovegehaalde boominfanterist! Driedubbel overgehaalde ezel! Driedubbele kwibus! Driedubbele overgehaalde kaffer! Driedubbelovergehaalde vetlap! Droge visjes eter! Drollekop! Drollenruiker! Drommelse himalayaanse kropdrager uit de Appenijnen! Dronkelap! Droplul! Dropwater! Druifluis! Druiloor! Druilorige zoeaaf! Duinbewoner! Duitenpletter! Duivelse boominfanterist! Duizendbommige knuppelfenomeen! Duizendpoot! Dweil! Ectoplasma! Ectoplastisch bijprodukt! Eerste, laatste, levende! Eerstgeborene! Eeuwige Rots! Eeuwige Vader! Egoist! Eikel! Ellendelaar! Ellendeling! Ellendige Ellendige aardworm! Emmer kots! Engels des Heren! Engels des Verbonds! Enige God! Enige Heerser en Here! Eniggeboren Zoon van God! Erfgenaam aller dingen! Ersatzmatroos! Etterbak! Etterkop! Etterpuist! Ezelsoor! Flapdrol! Foetuslokker! Folteraar! Frommelaar! Galgenaas! Galgengebroed! Gangster! Gebakken sprinkhaan! Gediplomeerde komkommer! Gehaktbal! Gehoornde slang! Gek! Gekielhaalde zeeschuimer! Gekruisigde Christus! Gelderse knakworst! Geliefde Zoon! Geliefde! Gerechtigheid Gods! Gespuis! Getrouwe Getuige! Getrouwe! Gezalfde! Gierigaard! Gladiool! Gladjanus! Glibberige adder! Gloeilamp! Gluurder! God aller vertroosting! Goddeloze! Goeder Herder! Goorlap! Gorgeldrank! Grim afleiding! Groninger! Grote Hogepriester! Gyroscoop! Haagsche fielt! Halve maan-rovers! Hamsteraar! Hansworst! Hapschaar! Harlekijn! Heelmeester! Heer! Heerlijkheid des Heren! Heerser! Heidene! Heikneuter! Heiland! Heilige Gods! Heilige Israels! Heilige Knecht! Heilige! Hel en verdoemenis! Heldentenor! Hemelpiraat! Herder en Hoeder van mijn ziel! Here der Heerlijkheid! Here der Heren! Here onzer gerechtigheid! Hersenschim! Higgs boson! Hoeksteen van ons geloof! Hoeksteen! Hoerenloper! Hoge en Verhevene! Holbewoner! Hond! Hondsvod! Hoop der heerlijkheid! Hoorn des heils! Hotelbijbel steler! Huisjesmelker! Huurling! Hypocriet! Idioot! Ik ben! Imbeciel! Imitatie-carnavals-Mussolini! Immanuel! In boterbloemvet gesmoorde weerwolf! In egelvet gebraden gehaktbal! Infanterist! Ingebeelde kwast! Intel inside! Invertebraat! Isael's vertroosting! Jankende huichelachtige nerd! Jezus Christus! Jezus in je hart nemer! Jezus van Nazareth! Judas! Kaalknars! Kaastruffel! Kaffer! Kale kakkerlak! Kameel! Kanaak! Kannekijker! Kannibaal! Kaper! Karpaten-Papoea! Kastje waar men zijn hoofd aan stoot! Kauwgom vreter! Ketter! Keulsche pot! Kidnapper! Kikkerbil! Kilometervreter! Kip zonder kop! Kleine Klikspaan! Klootzak! Klotebibber! Kluizenaar! Knijpkat! Knikkerhoofd! Koffieboon! Kokosnoot! Koksmaatje! Kolokwint! Koning der Joden! Koning der eeuwen! Koning der ere! Koning der koningen! Koning der volkeren! Koning! Koolhydraat! Koppensneller! Kracht Gods! Krantekop! Krentenbol! Kropdrager! Krullebol! Krulparasiet! Kuttekop! Kwajongen! Kwelgeest! Kwijlwortel! Kwistenbiebel! Laatste Adam! Lafaard! Lafbek! Lam Gods! Lam! Landloper! Langstaart! Lapzwans! Lauwwaterdrinker! Leeuw van Juda! Leidsman en Voleinder des geloofs! Leidsman onzer behoudenis! Leidsman ten leven! Leidsman! Lekke band in de regen! Lelijke apekop! Lelijke baliekluiver! Lelijke oude parkiet! Leraar der gerechtigheid! Leven! Levend brood! Levend water! Levende lift! Licht der mensen! Licht der wereld! Liefde! Loerak! Lompe griezel! Lorejas! Losser! Lul! Lullebehanger op wielen! Machtige Jakobs! Maffe dorpsgek! Mafkikker! Makaak! Makako! Malloot! Mameluk! Man en maker van mij! Man van smarten! Manusje van alles! Marinoschaap! Maskerade-Inca! Maskeradevrijbuiter! Mau-Mauer! Meester! Megacycle! Megalomaan! Melkmuil! Mensaap! Menseneter! Messias! Met je varkensogen! Middelaar! Miereneter! Minister! Mislukte infanterist! Mislukte akrobaat! Mislukte handelaarintweedehands vogelmest! Mislukte koorddanser! Moordenaar! Mormel! Mossel! Mosterd na de maaltijd! Mosterdpap! Mosterdpot! Muilezel! NSB-er! Nachtuil! Nagelbijter! Nazoreeer! Neanderthaler! Nederlander! Neuspeuteraar! Nietesweets! Nietsnut! Nikker! Nogaspekulant! Nozem! Oehoeboeroe! Oliebol! Onbeschofte driedubbele kaffer! Onbeschofte vlegel! Ongefrankeerde brief! Ongekamde marinoschaap! Ongeluk! Ongestelde aardbei! Onnozelaar! Onsterfelijke ontfermer! Ontdekkingsreiziger! Onze voorspraak! Onzienlijke! Oorsprong der schepping Gods! Oorwurm! Oostgoot! Opel Kadett! Opgang uit de Hoge! Opgang! Opgeblazen blaaskaak! Opgeblazen doedelzak! Opgevulde tomaat! Opperherder! Opstanding! Optimist! Ornithotynchus! Oude koe! Overgehaald Basji-Bozoek! Overgehaalde jandoedel! Overgehaalde zandvlo! Overste der koningen! Overwinnaar! Paardevijg! Paaslam! Padvinder! Page fault! Paljas! Paphoofd! Papomslag! Parasiet! Patagonier! Patagonische zoeloe! Patjepejer! Pekelharing! Phenomeen! Pias! Pierlala! Pietje de dood! Pietlut! Pijn aan de ogen! Piraat! Pispot! Pissebed! Pithecantropus! Platvoeter! Pleborstel! Plectomaan! Pleisterop eenhouten been! Pleitbezorger! Ploerten! Pluimezel! Pojo! Polygraaf! Pooier! Potvis! Praatzieke kaketoe! Praatzieke papegaai! Prehistorische Prins Bernard! Profeet! Profiteur! Protozoen! Puistekop! Pyromaan! Querulant! Rabbi! Raketpiraat! Rare snijboon! Ratelslang! Rattenkruid! Rechter! Rechtvaardige spruit! Rechtvaardige! Recycled condoom! Redder! Renegaat! Reteneuker! Rhinoceroide! Rode duivel! Rolaap! Rolstoelterrorist! Ronde-tafel-conferentie-houder! Rots des heils! Rots! Rund! Russisch ei! Satraap! Schaap! Schapenhoeder van de Balkan! Scheepskelderaar! Scheidsman! Schele kaalkop! Schele komkommer! Schele! Schelm! Schepper! Scheve tobogan! Schijndode! Schijnheilige mispel! Schijtlaars! Schildvleugelig insekt! Schildvleugelige! Schim! Schoft! Schooier! Schoolhoofd! Schoonmaakster! Schoorsteenvegersragebol! Schorpioen! Schruftige hond! Schurk! Sinistere schoft! Sjacheraar! Slaafse inboorling! Slaapwandelaar! Sladood! Slangenbijter! Slappe lul! Slavenhaler! Slavenhandelaar! Slet! Slijmbal! Slimmerik! Slingeraap! Sloeber! Sluikhandelaar! Smeerpijp! Smiecht! Smosser! Sneeuwman-met-je-droge-lever! Sneeuwschuimer! Sneeuwvreter! Snertvogel! Snotaap! Soepjurk! Sokkenloper! Spast! Sperziebonen! Spijbelaar! Spiritist! Spitsboef! Sprinkhaan! Steen des aanstoots! Stekelvarken! Stelletje Ku-klux-klans! Stelletje anakoloeten! Stelletje uilskuikens! Stelletje vetkevers! Sterke God! Sterke toren! Sterreneter! Steuntrekker! Stiekemerd! Stijve hark! Stijve hark! Stinkerd! Stinkzwam! Stom stuk ectoplasma! Stomme in egelvet gebraden gehaktbal! Stomme kanaak! Stommeling! Stommerik! Straalbulldozer! Strandschuimer! Strontklep! Strotgrondel! Studiehoofdje! Stuk Stuk brontosaurus! Stuk koolwaterstof-extract! Stuk logaritme! Stuk ondeugd! Stuk ongeluk! Stuk snot! Stuk stront! Stuk vetpudding! Stukje uranium! Sufkop! Suilorige Ezelsneus! Sukkel! Tapijtenventer! Tapijtenzwendelaar! Tapijtkever! Technocraat! Terrorist! Tjsoek-Tjsoek van de Karpaten! Tom! Trekpleister! Troglodiet! Trut! Turkse muts! UGLY GROSS FATTY that EATS TELEVISION SETS! Uilskuiken! Uitgedroogde mummie! Uitgepoept kondoom! Urker visser! Vader der barmhartigheid! Vader der geesten! Valse noot! Valsspeler! Vampier! Vandaal! Varkenskop! Vastenavondzeeschuimer! Vastgelopen windmolen! Vat zonder bodem! Vegetarier! Verdraaide Verlopen bladluis! Verlosser! Vermicelli-eter! Vermolmd scheepskanon! Verrader! Verroeste kaapstander! Verschrikkelijke sneeuwschorpioen! Versnaggel! Verstegeren! Vertegelen! Vetgemeste vogelverschrikker! Vetkuif! Vetzak! Vierkant wiel! Vierpotige Cyrano! Vieze flikker! Viezerik! Vijf jaar lang niet doorgetrokken WC! Vivisectionist! Vlerk! Vliegende monnik! Vliegenvanger! Voetballer! Voetzoeker! Vogelverschrikker! Volksverhuizer! Vorst en gebieder der natieen! Vrede! Vredevorst! Vriend van zondaars! Vrijbuiter! Vuilbek! Vuile God! Vuile kippeneuker! Vuile wormsteek! Vulgaire kip! Waarachtig licht! Waarachtige getuige! Waarheid! Wafelijzer! Wandelende cycloon! Wandelende reklame voor kachelglans! Ware wijnstok! Wasbakpisser! Wassen neus! Waterdrinker! Waterhoofd! Weekdier met grijphandjes! Weg! Wegdesperado! Wegduivel! Wegpiraat! Wentelteef! Wetgever! Wijsheid Gods! Wilde! Wildeman! Woesteling! Woestijnvos! Wonderbare Raadsman! Woord Gods! Woord des Levens! Woord! Wormstekige aardpeer! Worst! Worstebroodje! Wortel uit het geslacht van David! Wortelpotige! Xenofoob! Yuppie!Wangkramp veroorzakende kleffe deegbal! Zakkewasser! Zalige en enige heerser! Zandhaas! Zandvlo! Zapoteek! Zeekomkommer! Zeekreeft! Zeeolifant! Zeerover! Zeeschuimer! Zeeslang! Zelfontbrander! Zeurkous! Zeurpiet! Zigeuner! Zitteblijver! Zittenblijver! Zoeaaf! Zoeloe! Zoetwater-Papoea! Zoetwateradmiraal! Zoetwaterkaper! Zoetwaterkosmonaut! Zoetwatermatroos! Zoetwaterpiraat! Zondagsrijder! Zooloog! Zoon der gerechtigheid! Zoon des allerhoogste! Zoon des mensen! Zoon van de Gezegende! Zoon van Abraham! Zoon van David! Zulthoofd! Zultkop! Zweetvoet!

Willem Wever

Vraag Hoe komen ze aan al die scheldwoorden? Antwoord Ruzie maken en schelden deden mensen vroeger ook al. Dat hoort bij het leven. Als je boos bent, wil je iemand kwetsen. Dan zeg je lelijke dingen tegen de ander, vooral dingen waar degene waarop je boos bent niet blij mee is. Maar er zijn ook scheldwoorden waarbij je iemand iets toewenst. Het komt vaak voor dat scheldwoorden in combinatie met één of meerdere ziekten worden gebruikt + lijden. Een voorbeeld is kankerlijer of klerelijer (iemand die aan cholera lijdt). Een scheldwoord ontstaat door een combinatie van deze onderwerpen: bevolkingsgroepen (Turk), beroepen (hoer), ziekten (kanker), schaamdelen (klote-), nationaliteit (mof), diersoorten (hond), intelligentie (imbeciel), gewicht (gratenpakhuis). Vroeger hadden de mensen andere scheldwoorden dan nu. Alhoewel je sommige nog steeds zal horen, zoals belhamel, doerak, hoerenjong of bastaard.Nog meer scheldwoorden en achtergronden lees je hier.

Oud-Nederlands

- Oud-nederlandse scheldwoorden

◾indoending ◾ingeblikte atlas ◾ingeblikte knakworst ◾ingeblikte moeraskikker ◾ingeblikte pinguinscheet ◾ingegroeide konthaar ◾ingeblikte kamerscheet ◾ingevroren visstick ◾ini-mini-scheefgepoepte-pornokabouter ◾infanterist ◾infantiele kraaienkut ◾inktfis ◾inktlul ◾inktviskut ◾insekt ◾internetslet ◾internetverslaafde-neuker ◾invertebraat ◾ito

◾Jaap de Aap ◾jambekslikker ◾jandoedel ◾janettescheter ◾janksnor ◾janlul ◾jantje shit ◾jenevertrut ◾jam-bek ◾JP ◾jetonslikker ◾jetslet

◾kaalgeschoren bouvier ◾kaalhoofdige kontebonker ◾kaalkop ◾kaapstander ◾kaashaas ◾kaaskop ◾kaasknobbel ◾kaasnicht ◾kaasrandknabbelaar ◾kadaver ◾kaffer ◾kak ◾kakbal ◾kakboer ◾kakbroek ◾kaketoe ◾kakker ◾kakkerlak ◾kakkie ◾kakkige kakkerlak ◾kakmadam ◾kakteef ◾kringspiermusketier

◾lafaard ◾ lafbek ◾ lamagezicht ◾lambak ◾lamlul ◾lampekap ◾lampenhoer ◾lamstraal ◾lamzak ◾lampelul ◾ landloper ◾ langharige beftekkel ◾ langstaart ◾ lantaarnpaalhoer ◾ lantarenslet ◾ lapzwans ◾ latexnicht ◾ lauwbikker ◾ lauwwaterdrinker ◾ lavabosmoel ◾ lawaaipapegaai ◾ leeg broekje ◾ leipo

◾maaghoer ◾maaghond ◾maangezicht ◾maan-rovers ◾maf ◾mafkaas ◾mafkees ◾mafketel ◾mafklapper ◾mafkikker ◾makaak ◾makak ◾makako ◾makreel ◾mikrodebiel

◾naadhopper ◾naadje ◾naadschurftsmurfigebeftekkel ◾naaiaap ◾naaidoos ◾naaimachine ◾naar diaree stinkende snol ◾naarling ◾nachtuil ◾nageboorte ◾nageboortegezwe l ◾nakko ◾nanoneuker ◾nasivreter

◾oen ◾oelepoeper ◾oelewap ◾oelewapper ◾oesterkut ◾oetlul ◾oester ◾oezo ◾offroadie ◾okkenootje ◾oksel ◾okselhaas ◾okselharenbillereetzweetzuur ◾okselschimmelhoer ◾olalul ◾olifantebabyface ◾olifantenlul ◾olifantenschimmelslurf

◾paard ◾paardebeffer ◾paardebrei ◾paardekloot ◾paardekut ◾paardelid ◾paardelul ◾paardelullo ◾paardenlul ◾paardenanus ◾paardenpenis ◾paardenpijper ◾paardenpikkenpoetser ◾paardenpenislikker ◾paardenpikkerslikker ◾paardenplasserwasser ◾paardenneuker ◾paarsedruiveneikel ◾paashaas ◾paashaasneuker ◾paashaasschaamhaarverzamelaar ◾pad ◾padoog ◾pakhuisrat ◾palenlaaier ◾palingkop ◾palingstekker(homo) ◾palingvel ◾palmboomneuker ◾pannekoek ◾pantoffelneuker ◾pandapikkenpijper ◾pannekoek ◾pantyneuker ◾papabaf ◾papegaai ◾papagaaiekuttenbefkonijn ◾papzak ◾Penis Aqua Rosa (Lulletje Rozenwater in het latijn) ◾Penis Papierus Plaksus (Lul De Behanger in het latijn) ◾papomslag ◾pappige luller ◾parasiet ◾parelridder ◾parkeerkut ◾parkiet ◾parkinghomo ◾parkschijter ◾passoa-slet ◾passoatrut ◾patagonier ◾patjepeeër ◾patser ◾pazop ◾pedo ◾pedomaan ◾pedomeester ◾pedocyclomasturbant ◾pedofiele concierge ◾pedopenis ◾pedopyrofilatomaan ◾pekelharing ◾pekelteef ◾penishoofd ◾peniskoker ◾peniskokerlikker ◾penisleier penislekker ◾penislikker ◾penislijder ◾penispijper ◾penispukkelpuist ◾penisspuiter ◾penisworstelaar ◾peniszuiger ◾pennelikker ◾pensklepper ◾perebek ◾perenplukker ◾pestbek ◾pestboer ◾peukenneuker ◾peul ◾pezewever ◾phenomeen ◾piaprisma ◾pias ◾picorniekop ◾piek ◾pielemans ◾pielesnuiver ◾piemel ◾piemelaar ◾piemelboxer ◾piemelbrie ◾piemelgymmer ◾piemelhoofdje(s) ◾piemelpatser ◾piemelpiraat ◾piemelpuist ◾piemelpunt ◾piemelteef ◾piemelwijf ◾pierewipper ◾pierlala ◾pierlalla ◾pietje de dood ◾pietje pikhaar ◾pietlut ◾piezer ◾piggel ◾piggelmee ◾pijpbek ◾pijpdeuramateur ◾pijpendemonkyboy ◾pijpenkoplikker ◾pijpelullebakkes ◾pijpert ◾pijpgeit ◾pijphoer ◾pijphomo ◾pijpmond ◾pijpmonk ◾pijppiloot ◾pijpslet ◾pijpslet met hazenlip ◾pijpzuiger ◾pijverse hoer ◾pik ◾pik omhoog

◾quartrozo ◾quasimodo ◾quasimodom ◾quist ◾quikhoer ◾quikteef ◾qwarf

◾raamneger ◾rabauter ◾rabbezak van een wief ◾racechinees ◾racesjinees ◾raceplee ◾ragkut ◾ragnicht ◾railnicht ◾raketpiraat ◾ramenlikker ◾rammelhoofd ◾rampdebiel ◾rampenbek ◾randdebiel ◾ransaap ◾rapalje ◾rapenschijter

◾sabberkut ◾sacoche ◾sal ◾sapcentrifuge ◾satan ◾satraap ◾satéboer ◾satehoer ◾schaamhaarepilerende- kontvingeraar ◾schaamhaaretendebaffer ◾schaamhaarverzamelaar ◾schaamlikkerkip ◾schaamlipgezwel ◾schaamliplikker ◾schaamluis ◾schaamluisbedrieger ◾schaampik ◾schaap ◾schadewijf

◾taboetstabiske ◾takenboeker ◾takkehoer ◾takkenteef ◾takkentrut ◾takketrol ◾takketut ◾tamponkut ◾tampontrekker ◾tampony ◾tandloze versnellingsbak ◾tangelteef ◾tankreet ◾tampontoerist

◾uienreet ◾uiersnuiver ◾uil ◾uilskuiken ◾uitgekotstekamelenkut ◾uitgebakken varkenssluitspier ◾uitgelekte theezak ◾uit-de-baarmoeder-gerukte-mislukte-kuttekop ◾uit de baarmoeder gescheten kut ventje ◾Uit de kut gepoepte homofiele tinkie winkie ◾uit-de-baarmoeder-gerukte-tien-tepelige-kut-trut ◾uit-de-baarmoeder-gerukte-tien-tepelige-koeie-stront ◾uit-de-baarmoeder-gerukte-tien-tepelige-homofiel ◾uit-de-baarmoeder-geruktedeurknop

◾vaginaal schimmeltje ◾vaginavarken ◾vaginavochtabsorbeerder ◾vagina inplantaat ◾vaginale afscheiding ◾vaginalehangflapper ◾valse noot ◾vampier ◾van de baarmoeder afgerukte -tietloze cabaretslet ◾van de potgerukte... ◾vandaal ◾varken ◾varkenshol ◾varkenskop ◾vaselinevriend

◾waailap ◾wabipi ◾wafelijzer ◾walvisganger ◾wandelende asbak ◾wandelende-reklame-voor-kachelglans ◾wandelend virus ◾wanhopigedarmrukker ◾wannabee ◾wasbakkenpisser(wabipi) ◾wasknijper ◾waterdrinker ◾waterhoofd ◾watervlo

◾Xylofoonneuker

◾yogoteef ◾yvesmoeder ◾yoyolul ◾yoghurtventje ◾yoghurtpisser

◾zaadbal ◾zaadcontainer ◾zaadhamsteraar ◾zaadheks ◾zaadhoer ◾zaadnaad ◾zaadschieter ◾zaadslikker ◾zaadslet ◾zaadsnuiver ◾zaadspuitende ◾zaadstaafteler ◾zaadstengel ◾zaadzwerver ◾zaadvarken ◾zaadvrager ◾zaadvragende-budcontainer ◾zaadvreter ◾zadelruiker ◾zak ◾zakcel ◾zaksel ◾zalf ◾zakbreuk ◾zakkendroller ◾zakkenwasser ◾zakrat ◾zandhaas ◾zandloper ◾zandvlo ◾zanikert ◾zapoteek ◾zatmuil ◾zattekop ◾zeekbakkes ◾zeekbos ◾zeekmem

Wat heeft hij allemaal gedaan?

Karel heeft niet alleen oorlog gevoerd. Hij ook veel voor het onderwijs gedaan en de landbouw. Want daar leefde in die tijd het grootste deel van de bevolking van. Karel de grote was altijd al geboeid door grammatica en filosofie. Hoewel hij zelf niet kon schrijven, liet hij wel scholen bouwen door zijn hele rijk. Hij stuurden\ dan monniken door het hele land en die moesten dan scholen oprichten. In die tijd werden er ook veel nieuwe dingen voor de landbouw uitgevonden. Zo heeft Karel de Grote het drieslagstelsel. Dat betekent dat er een akker braak ligt en de twee andere gebruikt worden. Vroeger was het namelijk zo dat de helft braak lag. Dat is dat er geen dingen op verbouwd worden maar dat er dieren op lopen zodat die het met hun poep kunnen bemesten. En dat dan de andere helft gebruikt kan worden om dingen op te verbouwen. Maar als je twee derde van de akkers gebruikt, kan je meer oogsten.

Karel wilde ook dat iedereen christelijk was. Hij liet daarom ook veel kerken bouwen.

Natuurlijk heeft Karel de Grote ook veel oorlogen gevoerd, daardoor is z'n rijk ook zo groot geworden. Hij moest z'n land ook goed verdedigen, hij had namelijk ook veel vijanden zoals de Saksen in het noorden de Slaven in het oosten, de Moren in het zuiden en ook nog de Vikingen in het westen.

Karel de Grote was een krachtige persoonlijkheid, een begaafd staatsman. Hij kon goed organiseren en hij was een ervaren militair en een fanatiek christen. Waar het om besturen ging koos Karel de Grote voor decentralisatie. Hij deelde zijn rijk op in afzonderlijke gouwen en graafschappen. Aan het hoofd van elke gouw stond een graaf. Bij aanvaarden van hun taak moesten deze graven hem trouw zweren en erkennen als hun opperste heer. Karel de Grote vaardige wetten uit die van kracht waren voor het hele grondgebied. Bovendien werd zijn reusachtig rijk onophoudelijk doorkruist door een soort reizende ambtenaren die gezonden waren door de heer ook wel zendgraven genoemd. Zij waren de ogen en oren van de keizer die bleef op deze manier uitstekend op de hoogte van wat er tot in de verste uithoeken van zijn rijk gebeurde. Deze staatsvorm was goed doordacht. Elk volk kon in een aparte gouw zijn eigenheid bewaren, terwijl alle gouwen samen onderworpen waren aan de wetten van de keizer.

De basis waarop het rijk van Karel de Grote rustte was het christelijke geloof. De paus van Rome bezat de geestelijke macht: hij was bevoegd voor geloofszaken en de organisatie van de kerk. De keizer, die door de paus was gekroond had de wereldlijke macht. Hij stond in voor de inrichting en verdediging van zijn rijk. Binnen dit uitgekiende systeem speelden kloosters en Abdijen een sleutelrol. Zij waren de bewaarders van alle menselijke kennis en wetenschap. Ze stonden ook in ziekenzorg en onderricht. Karel de Grote kon zelf lezen noch schrijven, maar hij vond onderwijs erg belangrijk.

Karel maakte ook marken. Dit waren stukken land aan de grens die een extra groot leger hadden. Een baas van een mark heette een markgraaf. Een paar van zulke marken waren de Spaanse mark, de Bretonse markm de Deense mark en de Ostmark.

Karel had ook gouwen, dit waren een soort provincies. Een gouw had ook een eigen baas. zo'n baas heette een hertog, graaf of leenman. Een de baas van een gouw had ook een eigen leger maar dat leger moest wel meevechten als er oorlog was.

Karel reisde vaak rond door zijn rijk zodat hij de gouwen kon controleren. Hij verbleef dan in een palts, dat is een soort paleis. In Aken had hij ook een palts daar woonde hij echt maar omdat hij zo rondreisde had hij door z'n hele land paltsen. En dan had hij ook nog de rijksdag. Dat is een dag in de zoveel jaar dat alle leenmannen, graven, hertogen en markgraven naar Aken moesten komen om daar een vergadering moesten houden en elkaar op de hoogte stellen van wat er gebeurt was. En op die manier kon Karel de Grote toch dat enorme rijk besturen.

karel gind dood aan aids!

meer scheldwoorden!