Slag bij Brandy Station

Te moeilijk Dit artikel is te moeilijk voor de kinderen van WikiKids. Wil jij het aanpassen zodat iedereen het kan begrijpen? Schrijftips vind je op deze pagina.

Slag bij Brandy Station
Cavaleriecharge bij Brandy Station.
Datum	9 juni 1863
Locatie	Culpeper County, Virginia
Resultaat	Onbeslist
Strijdende partijen
Verenigde Staten	Confederatie
Leiders
Alfred Pleasonton	J.E.B. Stuart
Troepensterkte
11.000	9.500
Verliezen
866: 81 gedood, 403 gewond, 382 gevangen/vermist	433: 51 gedood, 250 gewond, 132 gevangen/vermist
Portaal Amerikaanse Burgeroorlog

De Slag bij Brandy Station, ook bekend als de Slag om Fleetwoot Hill was de eerste veldslag van de Gettysburg-veldtocht tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. In de ze eerste veldlag waren er geen winnaars alhoewel de Verenigde Staten meer troepen hadden.

Achtergrond

Na de grote zuidelijke overwinning bij Chancellorsville in mei 1863 confronteerden noordelijke en zuidelijke troepen elkaar langs de Rappahannockrivier in Virginia. Om het initiatief te nemen besliste de zuidelijke generaal Robert E. Lee om de strijd te verleggen naar noordelijke bodem. Op 3 juni 1863 marcheerde Lees leger ten westen van Fredericksburg naar Culpeper Court House op weg om de Shenandoahvallei te beschermen. Lee gaf J.E.B. Stuart het bevel om met zijn cavalerie de opmars te dekken en de zuidelijke oever van de Rappahannockrivier vrij te houden van unionistische verkenners. Op 8 mei verbleven ongeveer 9.500 van Stuarts cavaleristen bij Brandy Station, een klein kruispunt ongeveer in het midden tussen Culpeper Court House en de Rappahannock. Ter voorbereiding van Lees poging om de Rappahannockrivier over te steken beval Lee Stuart om met zijn manschappen de volgende dag (9 juni) een afleidingsmanoeuvre uit te voeren om de eventueel aanwezige unionistische legers van de oversteekplaats weg te houden. Generaal Joseph Hooker, de commandant van het Army of the Potomac, doorzag echter Stuart's bedoelingen. Ook hij bracht zijn cavalerie in gereedheid voor een aanval op Brandy Station. Na het falen van de cavalerie bij Chancellorsville waren Hookers orders duidelijk: "disperse or destroy (Drijf uiteen of vernietig)". De cavaleriecommandant Alfred Pleasonton versterkte zijn aanvalskracht door een infanteriebrigade waardoor zijn sterkte ver aan 12.000 man kwam. Het plan was om een gecoördineerde dubbele aanval uit te voeren: John Bufords troepen in het Beverly's Ford en David Greggs troepen bij Kelly's Ford.

De slag

Een kaart van de veldslag

Op 4h30 in de ochtend op 9 juni waadden Bufords troepen door de Rappahannock bij Bevery's Ford, vier en een halve mijl ten noordoosten van Brandy Station. Verspreid verrasten ze de zuidelijke soldaten, die wild schietend terugtrokken naar hun belangrijkste legerkamp bij St. James Church, waar ook een directe weg naar Brandy Station was. De vermoeide zuidelijke soldaten bij St. James Church wierpen zich in de strijd en wisten Bufords opmars te stuiten en beweerden Bufords ondergeschikte, kolonel Benjamin "Grimes" Davis, om het leven gebracht te hebben. Stuarts cavaleristen leden zwaar, maar konden genoeg tijd rekken om de artillerie in stelling te brengen en een dodelijk vuur te openen op de overbelaste Unionisten van op de heuvel bij de kerk. Wanhopig gaf Buford de order voor een aanval op de artillerie geleid door de 6de Pennsylvania met de 6de U.S. er dicht achteraan. Niet onder de indruk van de granaatscherven die door de linies floten bereikten de unionistische ruiters de zuidelijke stellingen en konden de wapens buitmaken, maar de zuidelijke brigadegeneraal "Grumble" Jones's troepen heroverden ze kort daarna. Nu dat de artillerie weer in actie kon komen probeerde Buford ze te veroveren met een opmars via de zuidelijke linkerflank, maar de afgestegen zuidelijke cavaleristen konden de herhaalde noordelijke aanvallen van achter een stenen muur afslaan, maar deze locatie werd prijsgegeven rond het middaguur.

Ondertussen werden David Greggs ruiters bij Kelly's Ford geteisterd door vertragingen. Zijn verkenners lichtten hem in over de aanwezigheid van zuidelijke troepen voor hem, en raadden hem aan om deze met een brede boogmars te ontwijken. Het was 11h30 tegen dat Gregg Brandy Station bereikte, maar hij had de geconfedereerde troepen ver achter zich gelaten. De volgende stap was de opmars naar Fleewoot Hill, maar deze weg werd geblokkeerd door Stuarts hoofdkwartier dat breed in de weg stond. Gregg opende het vuur op Stuarts hoofdkwartier en dit was een grote tegenslag voor Stuart, omdat deze het grootste deel van zijn troepenmacht - dus ook van zijn artillerie - aan het front had toegewijd. Het voorbereidende spervuur van Gregg gaf Stuart echter de tijd om terug te trekken achter de heuvel en zich klaar te maken voor de eerste Unionistische aanval. Ondertussen hielden de zuidelijken Bufords vermoeide troepen op een afstand en hiermee werd er Stuart meer tijd gegund om Gregg te confrontreren. Telkens "crashten" de twee tegenoverstaande troepenmachten op elkaar in tot ongeveer net voor 5 uur in de namiddag. Toen Pleasonton het bericht kreeg dat er zuidelijke versterkingen onderweg waren trok hij zich terug. Stuart achtervolgde hem niet.

Gevolgen

Hoewel het Pleasonton niet lukte op Stuarts troepenmacht te vernietigen bewezen de harde gevechten bij Brandy Station de dapperheid van de veel verguisde noordelijke cavaleristen. In Stuarts eigen woorden:

Brandy Station made the Federal cavalry. Brandy station heeft de Federale (Unionistische) cavalerie gemaakt. — J.E.B. Stuart

Stuart werd in de zuidelijke pers vooral omschreven om zichzelf toegestaan te hebben om op eigen bodem verrast en bijna vernietigd te worden. De zuidelijke infanterie (Lees infanterie) bleef echter onopgemerkt en bleef zijn mars doorzetten waarop het uiteindelijk Gettyburg, Pensylvania zou bereiken.

Bronnen

• Het artikel op Civil War Trust