Slag bij Hanover: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 31: Regel 31:
   
 
[[J.E.B. Stuart]] had zichzelf reeds bewezen als cavaleriecommandant, bekend als 'de ogen en oren' van Lees leger. Net zoals Kilpatrick studeerde hij af aan West Point. Nadat het [[Army of Northern Virginia]] de [[Potomac (rivier)|Potomac]] over was en op noordelijke bodem stapte liet Lee de beslissingen over routes en strategie echter aan Stuart over, hoewel hij in twee berichten schreef dat hij 'rechts van Ewells troepen moest blijven' en 'alle verterkingen die hij vond moest gebruiken'. Stuart besloot echter om een omtrekkende beweging te doen vergelijkbaar met zijn "Ride around McClellan" in de [[Schiereilandveldtocht]] het jaar ervoor.
 
[[J.E.B. Stuart]] had zichzelf reeds bewezen als cavaleriecommandant, bekend als 'de ogen en oren' van Lees leger. Net zoals Kilpatrick studeerde hij af aan West Point. Nadat het [[Army of Northern Virginia]] de [[Potomac (rivier)|Potomac]] over was en op noordelijke bodem stapte liet Lee de beslissingen over routes en strategie echter aan Stuart over, hoewel hij in twee berichten schreef dat hij 'rechts van Ewells troepen moest blijven' en 'alle verterkingen die hij vond moest gebruiken'. Stuart besloot echter om een omtrekkende beweging te doen vergelijkbaar met zijn "Ride around McClellan" in de [[Schiereilandveldtocht]] het jaar ervoor.
  +
  +
== Voor de slag ==
  +
  +
Stuart begon zijn opmars in [[Salem]], [[Virginia]] gelegen op de Manassas Gap Railroad ongeveer acht mijl ten westen van [[Troroughfare Gap]]. Op [[24 juni]], om 1 uur in de nacht vertrok hij met 3 brigades onder bevel van generaal [[Wade Hampton]], brigadegeneraal [[F. Lee]] en [[John Chambliss]] - die tijdelijk generaal [[W.H.F. "Rooney" Lee]] verving, hij raakte ernstig gewond bij [[Slag bij Brandy Station|Brandy Station]] - samen met 6 stukken geschut. De problemen lieten voor Stuart echter niet op zich wachten: Het unionistische leger had zich verspreid van [[Harpers Ferry]] tot aan de monding van de rivier de [[Monocacy]] en van Middleburg (Maryland) tot aan Frederick. [[John Mosby]] meldde Stuart echter dat het unionistische leger 'inactief was bij het gemak van hun kampen', maar echter klopte van deze informatie niet erg veel. Het hele leger was bijna constant in beweging wat het voor Stuart bijna onmogelijk maakte om zich met zijn troepen verborgen te houden. Het duurde dan ook niet lang of Stuart stuitte op [[Winfield S. Hancock]]s [[II Korps (Unie)|II Korps]]. Meteen schoot Stuart een paar artilleriegranaten in hun rug, het vuur werd beantwoord. Deze ontmoeting dwong Stuart om zich terug te trekken naar het zuidoosten, richting [[Bristoe Station]] en [[Wolf Run Shoals]] op [[26 juni]]. Op de 27ste marcheerde Stuart noordwaarts door [[Fairfax Court House]], [[Dranesville]] naar [[Rowser Ford]], waar hij de Potomac overstak en de mijlpaal op 20 mijl (32 km) van Washington hadden bereikt. Om 3 uur 's nachts op [[28 juni]] was het hele Army of Northern Virginia overgestoken met uitzondering van twee cavaleriebrigades onder bevel van de brigadegeneraals [[Beverly Robertson]] en [[William Jones]]. Hoewel hij als eerste had overgestoken was Stuart ver achter op schema. Maar hij stond niet stil: hij beval zijn mannen om het [[Chesapeake & Ohio Canal]] gedeeltelijk te vernietigen waardoor het voor een tijd onbruikbaar werd. Verder vernietigden Hamptons mannen verschillende mijlen telegraaflijnen die naar Washington liepen.
   
 
== Bronnen ==
 
== Bronnen ==

Versie van 18 mei 2015 16:49

Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.
Slag bij Hanover
Datum 30 juni 1863
Locatie York County, Pennsylvania
Resultaat Onbeslist
Strijdende partijen
Flag of the United States.svg Verenigde Staten Flag of the Confederate States (1865).svg Confederatie
Leiders
Judson Kilpatrick J.E.B. Stuart
Troepensterkte
Brigade Brigade
Verliezen
(totaal 2 partijen): 330 (totaal 2 partijen): 330
Portaal Portal.svg Amerikaanse Burgeroorlog

Sjabloon:Zijbalk Gettysburg-veldtocht

De Slag bij Hanover was de zesde veldslag tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog en meteen de vierde zonder resultaat. Hij vond plaats op 30 juni 1863 in York County, Pennsylvania tijdens een botsing tussen brigades onder bevel van Judson Kilpatrick en J.E.B. Stuart.

Achtergrond

In het midden van juni 1863 besloot de zuidelijke generaal Robert E. Lee voor de tweede keer om in minder van een jaar de Amerikaanse Burgeroorlog tot een einde te brengen. Om dit te doen hoopte Lee het noordelijke leger uit Virginia weg te lokken samen met een deel van brigadegeneraal Ulysses S. Grants troepen die Vicksburg belegerden. Hierna wou Lee proberen om de spoorweg bij Harrisburg te veroveren en indien mogelijk Philadelphia, Baltimore en Washington D.C. te bedreigen. Hij hoopte ook om hierdoor zijn soldaten zekerder te laten worden, meer steun van buitenaf te krijgen en zich door het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk te laten erkennen als een echte natie. Terwijl Lee noordwaarts ging met zijn ambitieus doel marcheerde J.E.B. Stuart parallel ongeveer één mijl ten oosten aan de rechterkant van Richard S. Ewells II Korps. Deze werden achtervolgd door Joseph "Joe" Hookers Army of the Potomac op ongeveer 2 dagmarsen achterstand, maar Lee hield echter zorgvuldig een afstand tussen hem en Hooker die dreigend was de Unionistische hoofdstad. De cavalerie van de Unie werd geleid door Afred Pleasonton, die het commando van brigadegeneraal George Stoneman had overgenomen in het midden van mei 1863. Eén van Pleasontons grootste successen was de slag bij Brandy Station, waar hij bewezen had dat de Unionistische cavalerie niet de mindere was van de veelgeprezen zuidelijke ruiterij. Pleasonton was als officier afgestudeerd aan de militaire academievan West Point en had al in de Mexicaans-Amerikaanse oorlog gediend. Ook had hij hal het bevel gehad over de cavalerie tijdens de slag bij Antietam en de slag bij Chancellorsville. Sommigen beschreven hem als vol zelfvertrouwen, anderen eerder als te egoïstisch of een te ambitieuze leugenaar. Verder was hij ook een racist en geloofde hij dat hij veel meer kon dan hij werkelijk kon.

Troepen

Unie

Om Washington te verdedigen was er een divisie van 3.600 man gestuurd onder bevel van een Hongaarse brigadegeneraal, Julius Stahel. Pleasonton wou echter zijn divisie bij zijn korps voegen. Omdat Pleasonton bevriend was met iemand van het congres va Illinois, John Farnsworth kreeg hij uiteindelijk dit recht nog. Op 27 juni werd de divisie door Hooker overgedragen, waardoor Pleasontons korps tot een mansterkte van 12.000 man groeide. De volgende dag werd Stahel uit zijn commando verwijderd. Ironisch genoeg werd op 28 juni ook Hooker uit zijn commando vervangen naar aanleiding van zijn ruzies met de minister van oorlog en fiasco bij Chancellorsville (de veldslag die bekend werd als "Lee's meesterwerk"). Het oorspronkelijke idee was om dit commando door te geven aan John F. Reynolds, maar deze weigerde het commando. Daarna werd het commando doorgegeven aan George G. Meade, die het aanvaardde als "Gods wil". Meade, een opvliegend persoon wanneer hij werd uitgelokt, leidde al eerder het V Korps bij Chancellorsville in mei. De leiding van de cavalerie werd eveneens herzien. John Buford en David M. Gregg behielden het commando over de 1ste en 2de divisie. Stahels voormalige divisie werd gesplitst in 2 brigades die de 3de afdeling van het cavaleriekorps vormden. De 5th New York Cavalry samen met de 1st Vermont Cavalry, de 1st West-Virginia Cavalry, de (debuterende) 18th Pennsylvania Cavalry en de 1ste brigade werden geleid door Elon J. Fransworth (een neef van John Farnsworth die zopas werd gepromoveerd tot brigadegeneraal). Hij had tijdens de expeditie in Utah van 1857-1858 tegen de indianen gevochten en was momenteel Pleasontons raadgever. De 2de brigade, die uit 4 regimenten (komende uit Michigan) bestond, stond onder bevel van generaal George Armstrong Custer, eveneens net gepromoveerd tot brigadegeneraal. Kilpatrick, een divisiecommandant, was afgestudeerd aan West Point en had daarna de bijnaam "Kill-cavalry" gekregen door zijn hoge verliezen van mannen en paarden plus zijn roekeloze overgaven. Hij begon zijn loopbaan bij de 5th New York Infantry (zouaven uit Duryee) en werd gewond op 9 mei 1861 bij Big Bethel, de eerste reguliere officier die gewond raakte in de burgeroorlog.

Confederatie

J.E.B. Stuart had zichzelf reeds bewezen als cavaleriecommandant, bekend als 'de ogen en oren' van Lees leger. Net zoals Kilpatrick studeerde hij af aan West Point. Nadat het Army of Northern Virginia de Potomac over was en op noordelijke bodem stapte liet Lee de beslissingen over routes en strategie echter aan Stuart over, hoewel hij in twee berichten schreef dat hij 'rechts van Ewells troepen moest blijven' en 'alle verterkingen die hij vond moest gebruiken'. Stuart besloot echter om een omtrekkende beweging te doen vergelijkbaar met zijn "Ride around McClellan" in de Schiereilandveldtocht het jaar ervoor.

Voor de slag

Stuart begon zijn opmars in Salem, Virginia gelegen op de Manassas Gap Railroad ongeveer acht mijl ten westen van Troroughfare Gap. Op 24 juni, om 1 uur in de nacht vertrok hij met 3 brigades onder bevel van generaal Wade Hampton, brigadegeneraal F. Lee en John Chambliss - die tijdelijk generaal W.H.F. "Rooney" Lee verving, hij raakte ernstig gewond bij Brandy Station - samen met 6 stukken geschut. De problemen lieten voor Stuart echter niet op zich wachten: Het unionistische leger had zich verspreid van Harpers Ferry tot aan de monding van de rivier de Monocacy en van Middleburg (Maryland) tot aan Frederick. John Mosby meldde Stuart echter dat het unionistische leger 'inactief was bij het gemak van hun kampen', maar echter klopte van deze informatie niet erg veel. Het hele leger was bijna constant in beweging wat het voor Stuart bijna onmogelijk maakte om zich met zijn troepen verborgen te houden. Het duurde dan ook niet lang of Stuart stuitte op Winfield S. Hancocks II Korps. Meteen schoot Stuart een paar artilleriegranaten in hun rug, het vuur werd beantwoord. Deze ontmoeting dwong Stuart om zich terug te trekken naar het zuidoosten, richting Bristoe Station en Wolf Run Shoals op 26 juni. Op de 27ste marcheerde Stuart noordwaarts door Fairfax Court House, Dranesville naar Rowser Ford, waar hij de Potomac overstak en de mijlpaal op 20 mijl (32 km) van Washington hadden bereikt. Om 3 uur 's nachts op 28 juni was het hele Army of Northern Virginia overgestoken met uitzondering van twee cavaleriebrigades onder bevel van de brigadegeneraals Beverly Robertson en William Jones. Hoewel hij als eerste had overgestoken was Stuart ver achter op schema. Maar hij stond niet stil: hij beval zijn mannen om het Chesapeake & Ohio Canal gedeeltelijk te vernietigen waardoor het voor een tijd onbruikbaar werd. Verder vernietigden Hamptons mannen verschillende mijlen telegraaflijnen die naar Washington liepen.

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Slag_bij_Hanover&oldid=400055"