Belgische keuken
Van oorsprong kun je de Belgische keuken landelijk en boers noemen. De Franse keuken was verfijnder en van meer kwaliteit. Vandaag de dag verschilt dat niet veel meer, al was het maar omdat men de kunst van elkaar heeft afgekeken.
Streekproducten
_-_The_Kitchen_Maid.jpg)
De Belgische keuken kenmerkt zich (van oorsprong) vaak door streekproducten en wat er net in het seizoen voor handen is. Echter met de komst van moderne middelen als koel- en diepvrieskasten en de uitgebreide transportmogelijkheden liggen de supermarkten ook hier vol met producten die van ver zijn gekomen. Maar ga je terug naar de basis, dan zijn er een aantal streekproducten aan te wijzen:
Langs de kust vind je producten en gerechten met mosselen, Noordzeegarnalen en andere vis, terwijl je in de Ardennen wild en vleesgerechten zult aantreffen zoals Ardennerham. Stoofpotgerechten als gevogelte- of visstoofpot waterzooi, paling in 't groen (anguilles au vert) en stoofvlees of stoofkarbonade (carbonade Flamande) vind je door heel België. Een stoofpot is het langzaam (uren) laten garen (pruttelen) van vis of vlees in een bouillon (water met groente en kruiden) met wat toevoegingen als aardappel en ui op een klein vuurtje in een stevige pan. Dat kan al bij wijze van spreken boven een kampvuurtje, maar een haardvuurtje was gebruikelijk.
Ook fruit als appels en peren kun je stoven en eventueel daarna pureren tot een moes.
Een ander bekend basisproduct is de aardappel. Halverwege de 16e eeuw was het Charles de l’Écluse (1526-1609), ook bekend als Carolus Clusius die de aardappel verspreidde over België en de rest van Europa. Deze Franstalige geleerde, arts en plantenkundige (botanicus) uit de Zuidelijke Nederlanden staat ook bekend over het verspreiden van de tulp.
Asperges (een typisch seizoensproduct) worden veel in Vlaanderen geteeld en gegeten in verschillende gerechten met daarin aardappels, ham, hardgekookte eieren en botersaus.
Bouillon werd en wordt ook gebruikt als basis van soepen. Simpel gezegd is een soep een dunne versie van de stoofpot, waarin je bij wijze van spreken al datgene kunt gebruiken wat je als restjes over hebt. Zo is waarschijnlijk ook de zoete truleye ontstaan. Een koud te serveren soep met verbrokkelde peperkoeken erin. Er is ook een warme variant met bier, suiker, boter en nootmuskaat.
De Bourgondische maaltijd is met ruime hoeveelheden en smakelijk.
Luikse, Brusselse of Belgische wafels
Wie een poffertjeskraam bezoekt kan er uiteraard poffertjes eten. Ook kun je er wafels bestellen. De Luikse wafel is zwaarder dan de Brusselse wafel en bevat suikerkristallen (is zoeter). Hierdoor worden de Luikse wafels niet met suikerpoeder bestrooid. Een ander verschil met de Brusselse wafel is, dat een Brusselse wafel rechthoekig is, terwijl een Luikse wafel meestal ruitvormig of ovaal is. Het bakken ervan gaat hetzelfde, maar de samenstelling van het deeg is anders.
Friet
Behalve dat je aardappelen kunt koken in water en de gekookte aardappel kunt bakken in boter, is de aardappel in de vorm van patat frites enorm populair in België. Wat nu de snackbar is, stond voorheen bekend als het frietkot. De Belgische friet zou ontstaan zijn rond 1680. In plaatsen langs de Maas bakten ze kleine visjes die ze vingen al in de olie. Iemand moet op het idee gekomen zijn om reepjes aardappel in dezelfde hete olie te gooien, bijvoorbeeld als het door de vorst te gevaarlijk was om te vissen. De Belgen hebben uitgevonden dat door de frites twee keer te bakken dat die lekkerder en krokanter wordt. De Vlaamse friet wordt vooral gekenmerkt door de lengte. De frieten worden gesneden van een lange aardappelsoort.
Bier
In de Zuidelijke Nederlanden had je in de middeleeuwen veel kloosters. De monniken maakten vaak bier van gerst (malt), water, hop en wat gist. Soms voegden ze er wat kruiden en vruchten aan toe. Sommige bieren zijn wat zuur, anderen juist weer zoet. Zo heb je biersoorten als Belgisch witbier, Vlaams bruin, saison en lambiek. België staat bekend om z'n vele cafés (vroeger herbergen). Grote brouwerijen zijn als AB Inbev ('s werelds grootste kwantitatieve brouwer) en Alken-Maes.
Kaas
Een typisch boeren product is natuurlijk kaas. Net als in Frankrijk worden die in België vaak na de maaltijd gegeten als dessert (toetje). Je hebt dessertkazen als Passendale, Beauvoorde, Lo, Wijnendale, Hervekaas (fromage de Herve), Floreffe, Maredsous, Damme, Orvalkaas, Limburger, geitenkaas, mandjeskaas, platte kaas, Trou de Sottai en andere soorten koemelkse kaas.
Chocolade
België is wereldwijd 'hofleverancier' van allerlei chocolade bonbons en pralines. De goede kwaliteit heeft ook te maken met strenge wettelijke regels die voorschrijft dat er niet meer dan 5% plantaardige vetten aan de chocolade mag worden toegevoegd. Het maken van de lekkernijen wordt gedaan door gespecificeerde banketbakkers of patisiers. Bekende Belgische meester-chocolatiers zijn Dominique Persoone, Yves Mattagne, Peter Goossens, Lionel Rigolet, Tim Boury en Thierry Theys.