Brasem
| Brasem Abramis brama | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | Europa ten noorden van de Alpen en de Pyreneeën, evenals de Balkan | ||
| Leefomgeving | vijvers, meren, kanalen en langzaam stromende rivieren | ||
| Behoort tot de | Karperachtigen (Cypriniformes), Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
| |||
De brasem (Abramis brama), is een Europese soort zoetwatervis in de familie Karperachtigen (Cypriniformes). Het is de enige soort in het geslacht Abramis. Het leefgebied van de gewone brasem is Europa ten noorden van de Alpen en de Pyreneeën, en de Balkan. Ze worden zo ver naar het oosten gevonden als de Kaspische Zee, de Zwarte Zee en het Aralmeer. De brasem leeft in vijvers, meren, kanalen en langzaam stromende rivieren.
Beschrijving
De brasem wordt gewoonlijk 30 tot 55 cm lang, hoewel er enkele exemplaren van 75 cm zijn beschreven; het weegt gewoonlijk 2 tot 4 kg. De maximale lengte is 90 cm, het recordgewicht van een gevangen brasem was meer dan 9 kg.
De brasem heeft een aan de zijkant afgeplat lichaam met een hoge rug en een bek met een iets naar achteren staande onderkaak. Het heeft een heldere zilveren kleur, hoewel oudere vissen bronskleurig kunnen zijn, vooral in helder water. De vinnen zijn grijsachtig tot zwart, maar nooit roodachtig. De op de brasem lijkende zilverbrasem is lichter of helderder. Ook heeft de brasem zo'n 11 à 12 rijen schubben (van boven naar beneden), terwijl de zilverbrasem er maar 10 heeft.
Het leeft meestal in scholen in rivieren (vooral in de benedenloop) en in voedselrijke meren en vijvers met modderige bodems en veel algen. Het kan ook worden gevonden in brakke zeewateren. Ze eten larven en wormen en ook waterplanten en plankton. De brasem paait van april tot juni, wanneer de watertemperatuur rond de 17 ° C is. De vrouwtjes leggen dan 100.000 tot 300.000 eieren op waterplanten. De jonkies leven de eerste tijd op de waterplanten. Als ze drie tot vier jaar oud zijn, zijn de vissen geslachtsrijp.