Hechting (psychologie)

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Hechting betekent binnen de psychologie het opbouwen van een band met iemand. Hechting begint vanaf je geboorte en speelt later in het leven een belangrijke rol. Hechting is verlangen naar nabijheid te zoeken van een of meer personen die voor als baby voor belang zijn de gene die jou opvoeden, jou troosten en gevoel van veiligheid geven. Ondanks dat je ouders het goed bedoelen kan soms voorkomen dat niet goed gaat door dat ze niet op juiste manier hebben gehandeld dan spreken van een onveilige hechtingsband. Gelukkig zijn de meeste kinderen veilig gehecht.

Soorten hechtingstijlen

John Bowlby en Mary Ainsworth omschrijven vier soorten:

  • Veilig gehecht: Je wordt als baby met vraag om aandacht beantwoord. Je wordt bijvoorbeeld getroost als je gevallen was. Je ouders waren een veilige plek waar terug op kon vallen als je niet fijn voelde.
  • Onveilig gehecht: Als er iets niet goed ging in hechting dan spreken van een onveilige hechting. Dit kan later in leven vervelende gevolgen hebben in aan gaan met relaties.
  • Vermijden gehecht: Je vent erg wantrouwen en vertrouwd dus niemand. Je bent liever alleen dan samen. Dit kan komen als je ouders het contact met jou negatief hebben gedaan.
  • Ambivalent gehecht: Je hebt een sterke stemmingswisseling. Je kan het ene moment heel erg stabiel zijn en op het andere moment erg van streek. Dit kan komen door dat je ouders heel onvoorspelbaar waren en overbezorgd; soms miste je ouders erg als kind.
  • Gedesoriënteerd gehecht: Als je een bron van veiligheid en angst hebt tegelijk. Deze kan ontstaan door trauma of als je misbruikt bent als kind je vertrouwd anderen mensen niet. Je zoekt hulp maar toch vermijd je het.

Ontwikkelingssprongen

Als kind tot volwassenen worden maak je ontwikkelingen door die veel met je hechting te maken hebben:

  • De geboorte: Het kind ziet het levenslicht is volledig afhankelijk van de zorg van ouders om gehecht te worden. Als dit niet krijgt dan ontstaat er onveilige hechting.
  • Leren kruipen en lopen: Het kind leert zijn eigen vermogens en je ouders stimuleren daarin zo niet dan ontstaat er een onveilige hechting.
  • Peuterspeelzaal: Het kind leert dat oké is als die even weg is van zijn ouders en dat je ouders dat oké vinden. Als dit niet gebeurt dan ontstaat er onveilige hechting.
  • Basisschool: Het kind leert dat hij vijf ook ergens anders mag zijn.
  • De zwemles: Het kind leert dat oké is dat je iets nieuws leert van anderen.
  • Middelbare school: Het kind leert om steeds meer op eigen benen te staan en op hun te vertrouwen. Je ouders laten meer los als dit niet gebeurt dan ontstaat onveilige hechting.
  • Examens: Het kind leert steeds meer op zijn dingen te focussen.
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Hechting_(psychologie)&oldid=786964"