Heggenmussen
| Heggenmussen (familie) Prunellidae | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Leefgebied | Europa en Azië | ||
| Leefomgeving | bergachtige streken | ||
| Behoort tot de | Zangvogels, Vogels | ||
| |||
De Heggenmussenfamilie (Prunellidae) is een geslacht van zangvogels die alleen voorkomt in de Oude Wereld (Europa en Azië). Deze kleine groep nauw verwante zangvogels behoren allemaal tot het geslacht Prunella. De heggenmus en de Japanse heggenmus zijn inwoners van de bergachtige streken van Europa en Azië; deze twee komen ook voor in laaglandgebieden, evenals de Siberische heggenmus in het uiterste noorden van Siberië. Deze vogels trekken niet sterk, maar zullen in de winter de koudste delen van hun verspreidingsgebied verlaten en hoogtebewegingen maken.
Beschrijving
Dit zijn kleine, vrij saaie soorten die oppervlakkig lijken op mussen, maar niet nauw er aan verwant zijn. Ze zijn 14 tot 18 cm lang en wegen tussen de 25 en 35 gram. Heggenmussen hebben echter dunne, scherpe snavels, die hun eten van de op de grond levende insecten. Dit wordt aangevuld met zaden en bessen in de winter. Ze kunnen ook gruis en zand inslikken om hun maag te helpen deze zaden te vermalen.
De meeste soorten leven samen in zwermen. De heggenmus is een uitzondering, aangezien hij het liefst solitair is, behalve tijdens het voeren. De heggenmus kreeg ook de bijnaam "wiebel-vleugel", omdat hij het sterkst de karakteristieke vleugelbewegingen vertoont die worden gebruikt tijdens verkering (balts).
Heggenmussen kunnen twee tot drie broedsels per jaar hebben. Verkering (balts) bestaat uit veel gezang van de mannetjes, waaronder korte leeuwerikachtige zangvluchten om een partner aan te trekken. De heggenmus mannetjes hebben geen rol bij het bouwen of uitbroeden van het nest. De vrouwtjes bouwen nette bekernesten en leggen zo'n 4 ongevlekte groene of blauwe eieren. De eieren worden ongeveer 12 dagen bebroed. De jongen worden door beide ouders gevoerd en het duurt ongeveer 12 dagen voordat ze uitvliegen.
Hun leefomgevingen zijn bergachtige gebieden in een gebied ver boven de boomgrens, maar onder de sneeuwgrens. De Himalaya-heggenmus kan tijdens het broeden tot wel 5.200 m boven zeeniveau worden gevonden; de meeste heggenmussen broeden echter in struikgewas op lagere niveaus. De meeste soorten trekken naar beneden om te overwinteren, en slechts enkele zijn winterhard genoeg om te blijven. Heggenmussen brengen het grootste deel van hun tijd door in het kreupelhout.
Soorten
In Europa komen twee soorten voor:
- Heggenmus (Prunella modularis)
- Alpenheggenmus ((Prunella collaris)