Leesvaardigheid
Leesvaardigheid is niet alleen het herkennen van letters en woorden (het technisch lezen), maar het gaat ook om het begrijpen van de teksten. In het onderwijs wordt dat het begrijpend lezen genoemd.
Bij heel veel vakken en bij heel veel beroepen heb je op zijn minst een voldoende mate van leesvaardigheid nodig. Ook in het dagelijks leven, zoals bij het boodschappen doen of de brieven die je ontvangt van bijvoorbeeld de gemeente of het ziekenhuis vragen om een voldoende leesvaardigheid.
Leesniveaus
(Bron: Europees referentiekader van het CEFR)
- A1 - Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.
- A2 - Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
- B1 - Ik kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit vaak voorkomende, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen.
- B2 - Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een bepaalde houding of standpunt innemen. Ik kan eigentijds literair proza begrijpen.
- C1 - Ik kan lange en complexe feitelijke en literaire teksten begrijpen, en het gebruik van verschillende stijlen waarderen. Ik kan gespecialiseerde artikelen en lange technische instructies begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op mijn terrein.
- C2 - Ik kan moeiteloos vrijwel alle vormen van de geschreven taal lezen, inclusief abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten zoals handleidingen, specialistische artikelen en literaire werken.
A Basisgebruiker (A1/A2: beginner)
B Zelfstandige gebruiker (B1/B2: gevorderd)
C Vaardige gebruiker (C1/C2: vergevorderd)
Mensen die onder de B1 scoren, zijn laaggeletterd. Zij zullen ook moeite hebben met formulieren en het goed begrijpen wat er zoal op het internet wordt geschreven (zie ook digitale geletterdheid).