Gebruiker:Mike1023/Kladblok: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(14 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Infobox politieke partij
 
{{Infobox politieke partij
| naam = Christelijke Volkspartij (CVP) <br> ''Parti Social Chrétien'' (PSC)
+
| naam = Belgische Werkliedenpartij (BWP) <br> ''Parti ouvrier belge (POB)''
 
| afbeelding =
 
| afbeelding =
| oprichting = 1945
+
| oprichting = 6 april 1885
| opheffing = 1972 (als één partij) <br> 2001 (Wallonië) <br> 2001 (Vlaanderen)
+
| opheffing = 28 juni 1940
 
| actief in = {{BE}}
 
| actief in = {{BE}}
| richting = [[Centrum (politiek)|Centrum]]
+
| richting = [[Links (politiek)|Centrumlinks]] tot [[links (politiek)|Links]]
| stroming = [[Christendemocratie]] <br> [[Europeanisme]]
+
| stroming = [[Sociaaldemocratie]] <br> [[Democratisch socialisme]]
 
| presidentskandidaat =
 
| presidentskandidaat =
 
| president =
 
| president =
Regel 52: Regel 52:
 
| europesepartij =
 
| europesepartij =
 
| internationaal =
 
| internationaal =
| partijkleur = EEAA00
+
| partijkleur =
| voorgaand = [[Katholieke Partij (België)|Katholieke Partij]]
+
| voorgaand =
  +
| opvolgend =
| opvolgend = [[Christen-Democratisch en Vlaams|CD&V]] <br> [[Les Engagés (politieke partij)|Cdh]]
 
 
| fusie =
 
| fusie =
 
| opgegaan =
 
| opgegaan =
Regel 61: Regel 61:
 
| voortzetting =
 
| voortzetting =
 
}}
 
}}
De '''Christelijke Volkspartij''' ('''CVP''') of '''Parti Social Chrétien''' ('''PSC''') was een [[België|Belgische]] [[politieke partij]]. De CVP-PSC was één landelijke partij van 1945 tot 1972. In 1972 werden de partij gesplitst in een Vlaamse en Franstalige afdeling. Deze afdelingen werden aparte partijen, maar werkten wel op landelijk niveau samen. Ze zaten altijd met elkaar in de regering.
+
De '''Belgische Werkliedenpartij''' ('''BWP'''), of in het [[Frans]] '''Parti ouvrier belge''' ('''POB'''), was een [[België|Belgische]] [[politieke partij]]. De BWP-BOP was actief tussen 1885 en 1940. Het was een [[sociaaldemocratie|sociaaldemocratische]] partij. Tijdens de [[verzuiling]] vertegenwoordigde de Belgische Werkliedenpartij de socialistische zuil.
   
  +
De BWP-POB werd in 1885 opgericht. Het vertegenwoordigde de arbeidersklasse die toentertijd niet kon stemmen. Door middel stakingen wisten zij uiteindelijk het [[algemeen meervoudig stemrecht]] af te dwingen in 1892. Vanaf toen kwam de BWP-BOP ook in het parlement. Aan het begin van de 20e eeuw deed de BWP-POB afstand van de [[revolutie]]. De partij wilde op democratische manier veranderingen doorbrengen. De revolutionaire socialisten stapten toen over naar de [[Kommunistische Partij van België]] (KPB). Vanaf de [[Eerste Wereldoorlog]] zat de partij in verschillende regeringen met de [[Katholieke Partij (België)|Katholieke Partij]] en de [[Liberale Partij (België)|Liberale Partij]].
De CVP-PSC was de opvolger van de [[Katholieke Partij (België)|Katholieke Partij]] in 1945. Tussen 1947 en 1999 heeft de CVP-PSC vrijwel altijd in de regering gezeten, behalve in de periode tussen 1954 en 1958. De CVP-PSC leverde in deze regeringen bijna altijd de premier. Voorbeelden hiervan zijn [[Gaston Eykens]], [[Wilfried Martens]], [[Leo Tindemans]] en [[Jean-Luc Dehaene]]. De partij speelde een belangrijk rol in de Belgische politiek. Voorbeelden zijn het ontstaan van de [[verzorgingsstaat]], de ombouw van België tot een [[federatie]] en het [[schoolpact]] van 1958. Na de [[Dioxinecrisis]] van 1999 verloor de CVP-PSC haar status als grootste partij en zat in de oppositie.
 
   
  +
De partij werd aan het begin van de [[Tweede Wereldoorlog]] opgeheven door partijvoorzitter [[Hendrik de Man]]. De Man besloot namelijk over te lopen naar de nazi's, terwijl veel partijleden moesten vluchten, onderduiken of het verzet in gingen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de [[Belgische Socialistische Partij]] (BSP) opgericht als opvolger van de BWP. Dit is de voorloper van het Vlaamse [[Vooruit (politieke partij)|Vooruit]] en de Franstalige [[Parti Socialiste (België)|Parti Socialiste]].
In 2001 veranderde de Vlaamse afdeling van naam. Tegenwoordig staat dit bekend als [[Christen-Democratisch en Vlaams]] (CD&V). Even later veranderde ook de Franstalige afdeling van naam in ''Centre démocrate humaniste'' (Cdh), het huidige [[Les Engagés (politieke partij)|Les Engagés]].
 
   
 
==Geschiedenis==
 
==Geschiedenis==
===Ontstaan===
+
===Oprichting===
  +
In de 19e eeuw konden alleen Belgische mannen met bepaald inkomen of vermogen stemmen. Dit wordt het [[censuskiesrecht]] genoemd. Ook werkten de meeste arbeiders in zware omstandigheden. Zij maakten lange dagen, kregen weinig betaald en leefden in slechte en kleine huizen. Tijdens de 19e eeuw verenigden zij zich in [[vakbond]]en. Deze vakbonden kwamen op de rechten van arbeiders. Zo organiseerden zij stakingen die vaak illegaal waren. Door middel van stakingen wilden zij hogere lonen, betere arbeidsomstandigheden en algemeen kiesrecht regelen.
[[Bestand:AfficheChristelijkeVolkspartij1946.jpg|right|300px|thumb|Na de Tweede Wereldoorlog vormden de [[Liberale Partij (België)|Liberale Partij]] en [[Belgische Socialistische Partij]] een regering met de [[Kommunistische Partij van België]] (KPB). De CVP was tegen het hebben van de communisten in de regering. Met deze poster uit 1946 riepen zij op om op de CVP te stemmen, zodat de KPB uit de regering gehouden werd.]]
 
Voor de Tweede Wereldoorlog bestond de [[Katholieke Partij (België)|Katholieke Partij]]. Deze partij sinds het einde van de jaren 1890 de grootste partij van het land. De katholieken stonden onder verschillende namen bekend, zoals ''Katholiek Verbond'' (1921-1936) en ''Katholiek Blok'' (1936-1945). Tijdens de oorlog moest de regering vluchten naar [[Bordeaux]] en later [[Londen]]. Na de bevrijding van België in 1944 werd besloten om de Katholieke Partij om te bouwen tot een nieuwe partij; de ''Christelijke Volkspartij'' (CVP).
 
   
  +
Op dat moment had België slechts twee grote politieke partijen; de [[Liberale Partij (België)|Liberale Partij]] en de [[Katholieke Partij (België)|Katholieke Partij]]. Binnen beide partijen waren politici actief die wilden opkomen voor de arbeiders, maar zij waren een kleine minderheid. De vakbonden en arbeiders besloten daarom hun eigen partij op te richten. In [[café De Zwaan]] in [[Brussel (stad)|Brussel]] werd in april 1885 de Belgische Werkliedenpartij opgericht. De partij geïnspireerd door ideeën van de Duitse filosoof en econoom [[Karl Marx]]. De partij was tegen het [[kapitalisme]]. Enkele standpunten van de partij waren:
De CVP was een centrumpartij, terwijl de Katholieke Partij centrumrechts was. De CVP wilde hierdoor een zo groot mogelijke groep vertegenwoordigen. De [[christendemocratie]] werd de officiële ideologie van de partij. De partij haalde inspiratie uit christelijke waarden en omarmde de christelijke identiteit.
 
  +
* Hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden
  +
* De invoering van het [[algemeen kiesrecht]]
  +
* De afschaffing van [[kinderarbeid]]
  +
* Gratis en neutraal [[onderwijs]] voor alle kinderen
  +
* De invoering van de [[sociale zekerheid]], zoals uitkeringen voor arbeidsongeschikten en zieken
  +
* De [[nationalisering]] van bedrijven
   
  +
===Jaren 1890 en 1900===
De CVP werd na de oorlog uit de regering gehouden. In 1945 stapten de [[Liberale Partij (België)|Liberale Partij]], de [[Belgische Socialistische Partij]] (BSP) en de [[Kommunistische Partij van België]] (KPB) in een regering van [[Achiel Van Acker]] en later [[Camille Huysmans]]. De christendemocraten waren tegen de deelname van de communisten aan de regering. Zij voerden dan ook hard oppositie tegen de regeringen. In 1947 kwamen zij op deze manier in de regering terecht.
 
  +
De partij had aanvankelijk geen zetels in het Belgisch parlement. Toch werd de partij enorm populair onder de Belgische arbeiders. De partij organiseerde samen met vakbonden stakingen, waaronder de [[staking van 1893]]. Toen legden arbeiders in het gehele land het werk neer. Zij wilde de regering onder druk zetten om het [[algemeen stemrecht]] voor alle mannen in te voeren. De staking zorgde er uiteindelijk voor dat het [[algemeen meervoudig stemrecht]] werd ingevoerd. Alle mannen boven de 25 jaar mochten stemmen. Toch kregen mannen met een hoog inkomen of vermogen één of twee extra stemmen.
   
  +
Tijdens de verkiezingen van 1894 kreeg de Belgische Werkliedenpartij zetels in het parlement. De plannen van de partij werden vastgelegd in het [[Charter van Quaregnon]]. De tekst zou tot 1979 invloed hebben op het partijprogramma van de socialisten. In het Belgisch parlement zaten de socialisten samen met de liberalen in de oppositie. De twee groepen werkten op bepaalde vlakken samen. Zij deden zelfs in sommige regio's mee onder één lijst (een kartel). Zo wilden beide partijen dat de [[leerplicht]] en het [[algemeen enkelvoudig stemrecht]] werden ingevoerd. De leerplicht zou in 1914 worden aangenomen, het algemeen enkelvoudig stemrecht in 1919.
===Wederopbouw===
 
De CVP was overigens zelf niet vrij kritiek. Tijdens de oorlog hadden verschillende personen gecollaboreerd met de Duitse bezetter. Hoge collaborateurs werden veroordeeld, maar veel laaggeplaatsen kwamen er met een kleine straf vanaf. De CVP probeerde deze mensen opnieuw te integreren in de maatschappij. Hierop kregen zij kritiek van zowel de communisten als de liberalen.
 
   
  +
Overigens had de Belgische Werkliedenpartij vooral aanhang in [[Wallonië]]. In Vlaanderen bleef de aanhang beperkt tot de grote steden. Binnen de partij waren ook spanningen tussen Waalse en Vlaamse socialisten. De Vlaamse socialisten wilden een meertalig België, terwijl de Waalse socialisten een Franstalig België hadden. De socialist [[Jules Destrée]] (leider van de [[Waalse Beweging]]) wilde niet dat Walen verplicht werden om Nederlands te leren. [[Camille Huysmans]] (een van de [[drie kraaiende hanen]]) vocht juist voor een Nederlandstalige universiteit.
Na de oorlog werkte de CVP vaak samen met de Belgische Socialistische Partij. De twee partijen hebben veel bijgedragen bij het ontstaan van de Belgische [[verzorgingsstaat]]. De BSP mocht in de beginjaren premier [[Paul-Henri Spaak]] leveren. Vanaf 1949 leverden de christendemocraten steeds de premier als zij in de regering waren. Tijdens de jaren 1950 en 1960 steeg de welvaart in België hard. Door de oorlog lag een groot deel van het land in puin. Na de oorlog vond de [[wederopbouw]] plaats, waarbij steden, wegen, bruggen en andere gebouwen werden hersteld.
 
   
===Koningskwestie en schoolpact===
+
===Eerste Wereldoorlog en daarna===
  +
In 1914 viel Duitsland België binnen. De katholieke regering besloot toen samen te werken met de liberalen en socialisten. Zij werden onderdeel van een nationale regering tegen de Duitsers. Na de Eerste Wereldoorlog bleven de socialisten (vaak samen met de liberalen) onderdeel van de regering. Door de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht behaalde de Belgische Werkliedenpartij bijna evenveel zetels als de Katholieke Partij. Waar de katholieken de meerderheid van de Vlaamse zetels hadden, hadden de socialisten de meerderheid in Wallonië.
[[Bestand:AfficheChristelijkeVolkspartij1950.jpg|left|300px|thumb|Tijdens de verkiezingen van 1950 riep de CVP koningsgezinden op om tijdens het [[referendum]] ja te stemmen. De CVP was als enige partij voorstander van de terugkeer van koning [[Leopold III van België|Leopold III]] tijdens de [[Koningskwestie]]. Tijdens de verkiezingen behaalde de CVP ook een meerderheid.]]
 
De CVP was een koningsgezinde partij. Toch mocht koning [[Leopold III van België|Leopold III]] na de oorlog niet meteen terugkeren. Hij verbleef in Zwitserland, aangezien hij tijdens de oorlog weigerde uit België te vertrekken. Er ontstond zelfs een conflict met de regering. Dit wordt de [[Koningskwestie]] genoemd. In plaats daarvan was zijn broer [[regent]]. De CVP wilde als enige Belgische partij dat Leopold III zou terugkeren naar België. De andere partijen waren tegenstander. De verkiezingen van 1949 draaiden om de Koningskwestie. De CVP wist veel stemmen te behalen door te beloven dat Leopold III zou terugkeren. Toch kwamen zij een paar stemmen te kort voor een meerderheid. De Liberale Partij beloofde de CVP te steunen, maar trokken hun steun in toen het tot een stemming kwam. In 1950 werden daarom nieuwe verkiezingen gehouden. De CVP won toen een absolute meerderheid. Na een [[referendum]] werd Leopold III teruggehaald naar België. Toch leidde tot hevige protesten. Eén jaar later trad Leopold III af en gaf de kroon aan zijn zoon, koning [[Boudewijn van België|Boudewijn]].
 
   
  +
In Vlaanderen waren veel socialisten ook Vlaamsgezind. Zij stapten na de oorlog over naar de [[Frontpartij]]. Dit was een politieke partij die opkwam voor de rechten van Vlamingen. Binnen de Belgische Werkliedenpartij waren spanningen over taalrechten. Het bestuur was grotendeels Franstalig en anti-Duits. Tijdens de Eerste Wereldoorlog probeerden de Duitsers door middel van hun [[Flamenpolitik]] Vlaamse nationalisten voor zich te winnen. De socialisten gaven uiteindelijk toe aan een Nederlandstalige universiteit in Gent, maar weigerden Nederlandstalig onderwijs in Brussel.
Tussen 1950 en 1954 vormde de CVP hierdoor in zijn eentje de regering. Dit was de laatste keer dat een Belgische politieke partij de meerderheid behaalde. Tijdens deze regering laaide de [[schoolstrijd (België)|schoolstrijd]] weer op. De regering gaf namelijk subsidies aan vrij onderwijs (scholen met een religieuze grondslag). De socialisten en liberalen waren hierop tegen. Na de verkiezingen van 1954 vormden zij een regering zonder de CVP. Zij verlaagden de subsidies voor het vrij onderwijs, wat leidde tot protesten. De protesten gingen door tot 1958. Toen werd het [[schoolpact]] gesloten, wat een einde aan de schoolstrijd maakte. Het vrij onderwijs en officieel onderwijs zouden naast elkaar blijven bestaan. Dit zou later ook in de grondwet worden gezet.
 
   
  +
In 1929 werd het "compromis van de Belgische socialisten" bereikt. Destrée en Huysmans bereikten een akkoord over de taalkwestie. Wallonië zou eentalig blijven, terwijl Vlaanderen zelfbestuur kreeg op culturele zaken (zoals onderwijs). Waalse ambtenaren en militairen hoefden geen Nederlands te leren, maar in de rechtspraak en de overheid werd er wel rekening gehouden met Nederlandstaligen. Tijdens de jaren 1930 werden enkele wetten doorgevoerd. De [[Grote Depressie]] zorgde ervoor dat alle regeringspartijen (katholieken, liberalen en socialisten) werden afgestraft tijdens de verkiezingen van 1936. Veel socialisten waren boos op de Belgische Werkliedenpartij en stapten over naar de [[Kommunistische Partij van België]] (KPB). Toch behielden de partijen genoeg zetels voor een meerderheid.
===Splitsing===
 
Tijdens de jaren 1960 lopen de spanningen tussen Vlaanderen en Wallonië op. De Christelijke Volkspartij verliest tijdens deze periode steeds meer zetels. Waar de partij in 1958 nog 46% van de stemmen haalde, was dit in 1971 slechts 30%. In Vlaanderen wint de regionalistische [[Volksunie]] aan terrein, terwijl in Wallonië de regionalistische partijen [[DéFI|FDF]] en [[Rassemblement Wallon]] (RW) zetels winnen. Deze partijen wilden meer zelfbestuur voor hun specifieke regio's. In de jaren 1960 werd de [[taalgrens in België|taalgrens]] vastgesteld, maar enkele gemeenten aan deze grens hadden meerderheid die een andere taal sprak (de randgemeenten).
 
   
  +
===Tweede Wereldoorlog en erna===
In deze periode werden verschillende beslissingen genomen als tegemoetkoming. Zo werd de universiteiten van Leuven en Brussel gesplitst in een Nederlandstalige en Franstalige universiteit. De CVP was voorstander van het moderniseren van België, maar kreeg tegenwerking van de socialisten en liberalen. Uiteindelijk kwamen er een hele rits aan compromissen om ook de grondwet te veranderen. In 1968 begon de CVP ook met zijn eigen splitsing. In 1971 werd de partij officieel gesplitst in een Vlaams en Franstalig deel. De Christelijke Volkspartij en de Parti Social Chrétien waren nu officieel twee aparte partijen, maar bleven op landelijk niveau samenwerken. Later volgden de socialisten en liberalen hetzelfde voorbeeld.
 
  +
Aan het einde van de jaren 1930 werd [[Hendrik de Man]] partijvoorzitter van de Belgische Werkliedenpartij. Hij schreef een plan om België uit de crisis te krijgen (Plan-De Man). De Man was beïnvloed door het [[corporatisme]]. In 1940 viel Nazi-Duitsland België binnen en bezette het land. De regering vluchtte toen naar [[Bordeaux]] en later naar [[Londen]]. De Man bleef als enige partijleider achter in België. Ondertussen moesten veel socialisten vluchten, onderduiken, gingen het verzet in of werden opgepakt.
   
  +
Enkele maanden na de bezetting gaf De Man een speech waarin hij de Belgische Werkliedenpartij ophief. De Man riep de socialisten op om zich over te geven aan de nazi's. Ook begon De Man samen te werken met de Duitse bezetter en verdedigde de keuze van [[Leopold III van België|Leopold III]] om te blijven. Weinig socialisten luisterden hierna. De socialisten bleven actief binnen het verzet en de gevluchte regering in Londen. Aan het einde van de oorlog vluchtte De Man naar Zwitserland. Hij werd in België veroordeeld, maar bleef tot zijn dood in 1953 in Zwitserland wonen.
De [[federatie|federalisering]] van België zette zich door in de jaren 1980 en 1990. De Christelijke Volkspartij bleef de grootste partij van België en bleef de premier leveren. Na [[Gaston Eykens]] kwamen [[Leo Tindemans]] en [[Wilfried Martens]] aan de macht. In de regering werd vaak samengewerkt met de socialisten, maar ook de liberalen en Vlaamse en Waalse regionalisten waren welkom. Tijdens deze periode veranderd België ook enorm. Zo dienden enkele socialisten plotseling een wet in om [[abortus]] te legaliseren. De Christelijke Volkspartij wordt hierdoor overvallen en is grotendeels tegen het voorstel. Toch besluit de partij mee te werken en een comité op te stellen. In 1990 wordt abortus uiteindelijk gelegaliseerd.
 
   
  +
Na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om de Belgische Werkliedenpartij om te vormen in de [[Belgische Socialistische Partij]] (BSP). Volgens de socialisten was de oude naam niet meer toepasselijk door de collaboratie van De Man.
===Onder Dehaene===
 
   
  +
==Verkiezingsuitslagen==
===Einde===
 
 
==Ideologie==
 
 
==Verkiezingsresultaten==
 
Tot de verkiezingen van 1971 was de Christelijke Volkspartij één partij met één partijvoorzitter (of premierskandidaat). Vanaf de verkiezingen van 1971 werd de partij in een Vlaams en Franstalige partij gesplitst. Hierdoor deden ze als aparte lijsten mee aan de verkiezingen. In deze tabel zijn de zetelaantallen bij elkaar opgeteld. Er staan steeds twee partijvoorzitters (de bovenste voor de Vlaamse partij; de onderste voor de Franstalige partij).
 
{| class="wikitable"
 
|-
 
! rowspan="2"| Jaar
 
! rowspan="2"| Partijvoorzitter
 
! colspan="2"| [[Kamer van Volksvertegenwoordigers|Kamer]]
 
! colspan="2"| [[Senaat (België)|Senaat]]
 
|-
 
! Zetels
 
! -/+
 
! Zetels
 
! -/+
 
|-
 
| 1946 || [[Hubert Pierlot]] || {{Percentagebalk|92|202|#EEAA00}} || - || {{Percentagebalk|51|101|#EEAA00}} || -
 
|-
 
| 1949 || [[Gaston Eykens]] || {{Percentagebalk|105|202|#EEAA00}} || +13 || {{Percentagebalk|54|101|#EEAA00}} || +3
 
|-
 
| 1950 || [[Jean Duvieusart]] || {{Percentagebalk|108|202|#EEAA00}} || +3 || {{Percentagebalk|54|101|#EEAA00}} || 0
 
|-
 
| 1954 || [[Jean Van Houtte]] || {{Percentagebalk|95|212|#EEAA00}} || -13 || {{Percentagebalk|49|106|#EEAA00}} || -5
 
|-
 
| 1958 || [[Gaston Eykens]] || {{Percentagebalk|104|212|#EEAA00}} || +9 || {{Percentagebalk|53|106|#EEAA00}} || +4
 
|-
 
| 1961 || [[Théo Lefèvre]] || {{Percentagebalk|96|212|#EEAA00}} || -8 || {{Percentagebalk|47|106|#EEAA00}} || -6
 
|-
 
| 1965 || [[Pierre Harmel]] || {{Percentagebalk|77|212|#EEAA00}} || -19 || {{Percentagebalk|44|106|#EEAA00}} || -3
 
|-
 
| 1968 || [[Gaston Eykens]] || {{Percentagebalk|69|212|#EEAA00}} || -8 || {{Percentagebalk|29|106|#EEAA00}} || -15
 
|-
 
| 1971 || [[Gaston Eykens]] <br> [[Robert J. Houden]] || {{Percentagebalk|67|212|#EEAA00}} || -2 || {{Percentagebalk|34|106|#EEAA00}} || +5
 
|-
 
| 1974 || [[Leo Tindemans]] <br> [[Charles-Ferdinand Nothomb]] || {{Percentagebalk|72|212|#EEAA00}} || +5 || {{Percentagebalk|37|106|#EEAA00}} || +3
 
|-
 
| 1977 || [[Leo Tindemans]] <br> [[Georges Gramme]] || {{Percentagebalk|80|212|#EEAA00}} || +8 || {{Percentagebalk|39|106|#EEAA00}} || +2
 
|-
 
| 1978 || [[Paul Vanden Boeynants]] <br> [[Charles-Ferdinand Nothomb]] || {{Percentagebalk|82|212|#EEAA00}} || +26 || {{Percentagebalk|41|106|#EEAA00}} || +2
 
|-
 
| 1981 || [[Mark Eykens]] || {{Percentagebalk|61|212|#EEAA00}} || -21 || {{Percentagebalk|30|106|#EEAA00}} || -11
 
|-
 
| 1985 || [[Wilfried Martens]] <br> [[Gérard Deprez]] || {{Percentagebalk|69|212|#EEAA00}} || +6 || {{Percentagebalk|35|106|#EEAA00}} || +5
 
|-
 
| 1987 || [[Wilfried Martens]] <br> [[Gérard Deprez]] || {{Percentagebalk|62|212|#EEAA00}} || -7 || {{Percentagebalk|31|106|#EEAA00}} || -4
 
|-
 
| 1991 || [[Wilfried Martens]] <br> [[Gérard Deprez]] || {{Percentagebalk|57|212|#EEAA00}} || -5 || {{Percentagebalk|29|106|#EEAA00}} || -2
 
|-
 
| 1995 || [[Jean-Luc Dehaene]] <br> [[Gérard Deprez]] || {{Percentagebalk|41|150|#EEAA00}} || -16 || {{Percentagebalk|19|71|#EEAA00}} || -10
 
|-
 
| 1999 || [[Jean-Luc Dehaene]] || {{Percentagebalk|32|150|#EEAA00}} || -9 || {{Percentagebalk|15|71|#EEAA00}} || -4
 
|}
 
   
 
==Bronnen==
 
==Bronnen==

Versie van 5 mei 2024 12:30

Belgische Werkliedenpartij (BWP)
Parti ouvrier belge (POB)
Oprichting 6 april 1885
Opheffing 28 juni 1940
Actief in Vlag van België België
Richting Centrumlinks tot Links
Stroming Sociaaldemocratie
Democratisch socialisme
Presidentskandidaat
President
Vicepresidentskandidaat
Vicepresident
Oprichter(s)
Partijleider
Partijvoorzitter
Secretaris-generaal
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Wetenschappelijk bureau
Jongerenorganisatie
Studentenorganisatie
Vrouwenbeweging
Lhbt-vleugel
Zusterpartij(en)
Fractie in het Benelux-parlement
Europese fractie
Internationale organisatie
Voorgaande partij(en)
Opvolgende partij(en)
Fusie van
Opgegaan in
Afsplitsing van
Afsplitsing(en)
Voortzetting van
Portaal Portal.svg Politiek

De Belgische Werkliedenpartij (BWP), of in het Frans Parti ouvrier belge (POB), was een Belgische politieke partij. De BWP-BOP was actief tussen 1885 en 1940. Het was een sociaaldemocratische partij. Tijdens de verzuiling vertegenwoordigde de Belgische Werkliedenpartij de socialistische zuil.

De BWP-POB werd in 1885 opgericht. Het vertegenwoordigde de arbeidersklasse die toentertijd niet kon stemmen. Door middel stakingen wisten zij uiteindelijk het algemeen meervoudig stemrecht af te dwingen in 1892. Vanaf toen kwam de BWP-BOP ook in het parlement. Aan het begin van de 20e eeuw deed de BWP-POB afstand van de revolutie. De partij wilde op democratische manier veranderingen doorbrengen. De revolutionaire socialisten stapten toen over naar de Kommunistische Partij van België (KPB). Vanaf de Eerste Wereldoorlog zat de partij in verschillende regeringen met de Katholieke Partij en de Liberale Partij.

De partij werd aan het begin van de Tweede Wereldoorlog opgeheven door partijvoorzitter Hendrik de Man. De Man besloot namelijk over te lopen naar de nazi's, terwijl veel partijleden moesten vluchten, onderduiken of het verzet in gingen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Belgische Socialistische Partij (BSP) opgericht als opvolger van de BWP. Dit is de voorloper van het Vlaamse Vooruit en de Franstalige Parti Socialiste.

Geschiedenis

Oprichting

In de 19e eeuw konden alleen Belgische mannen met bepaald inkomen of vermogen stemmen. Dit wordt het censuskiesrecht genoemd. Ook werkten de meeste arbeiders in zware omstandigheden. Zij maakten lange dagen, kregen weinig betaald en leefden in slechte en kleine huizen. Tijdens de 19e eeuw verenigden zij zich in vakbonden. Deze vakbonden kwamen op de rechten van arbeiders. Zo organiseerden zij stakingen die vaak illegaal waren. Door middel van stakingen wilden zij hogere lonen, betere arbeidsomstandigheden en algemeen kiesrecht regelen.

Op dat moment had België slechts twee grote politieke partijen; de Liberale Partij en de Katholieke Partij. Binnen beide partijen waren politici actief die wilden opkomen voor de arbeiders, maar zij waren een kleine minderheid. De vakbonden en arbeiders besloten daarom hun eigen partij op te richten. In café De Zwaan in Brussel werd in april 1885 de Belgische Werkliedenpartij opgericht. De partij geïnspireerd door ideeën van de Duitse filosoof en econoom Karl Marx. De partij was tegen het kapitalisme. Enkele standpunten van de partij waren:

Jaren 1890 en 1900

De partij had aanvankelijk geen zetels in het Belgisch parlement. Toch werd de partij enorm populair onder de Belgische arbeiders. De partij organiseerde samen met vakbonden stakingen, waaronder de staking van 1893. Toen legden arbeiders in het gehele land het werk neer. Zij wilde de regering onder druk zetten om het algemeen stemrecht voor alle mannen in te voeren. De staking zorgde er uiteindelijk voor dat het algemeen meervoudig stemrecht werd ingevoerd. Alle mannen boven de 25 jaar mochten stemmen. Toch kregen mannen met een hoog inkomen of vermogen één of twee extra stemmen.

Tijdens de verkiezingen van 1894 kreeg de Belgische Werkliedenpartij zetels in het parlement. De plannen van de partij werden vastgelegd in het Charter van Quaregnon. De tekst zou tot 1979 invloed hebben op het partijprogramma van de socialisten. In het Belgisch parlement zaten de socialisten samen met de liberalen in de oppositie. De twee groepen werkten op bepaalde vlakken samen. Zij deden zelfs in sommige regio's mee onder één lijst (een kartel). Zo wilden beide partijen dat de leerplicht en het algemeen enkelvoudig stemrecht werden ingevoerd. De leerplicht zou in 1914 worden aangenomen, het algemeen enkelvoudig stemrecht in 1919.

Overigens had de Belgische Werkliedenpartij vooral aanhang in Wallonië. In Vlaanderen bleef de aanhang beperkt tot de grote steden. Binnen de partij waren ook spanningen tussen Waalse en Vlaamse socialisten. De Vlaamse socialisten wilden een meertalig België, terwijl de Waalse socialisten een Franstalig België hadden. De socialist Jules Destrée (leider van de Waalse Beweging) wilde niet dat Walen verplicht werden om Nederlands te leren. Camille Huysmans (een van de drie kraaiende hanen) vocht juist voor een Nederlandstalige universiteit.

Eerste Wereldoorlog en daarna

In 1914 viel Duitsland België binnen. De katholieke regering besloot toen samen te werken met de liberalen en socialisten. Zij werden onderdeel van een nationale regering tegen de Duitsers. Na de Eerste Wereldoorlog bleven de socialisten (vaak samen met de liberalen) onderdeel van de regering. Door de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht behaalde de Belgische Werkliedenpartij bijna evenveel zetels als de Katholieke Partij. Waar de katholieken de meerderheid van de Vlaamse zetels hadden, hadden de socialisten de meerderheid in Wallonië.

In Vlaanderen waren veel socialisten ook Vlaamsgezind. Zij stapten na de oorlog over naar de Frontpartij. Dit was een politieke partij die opkwam voor de rechten van Vlamingen. Binnen de Belgische Werkliedenpartij waren spanningen over taalrechten. Het bestuur was grotendeels Franstalig en anti-Duits. Tijdens de Eerste Wereldoorlog probeerden de Duitsers door middel van hun Flamenpolitik Vlaamse nationalisten voor zich te winnen. De socialisten gaven uiteindelijk toe aan een Nederlandstalige universiteit in Gent, maar weigerden Nederlandstalig onderwijs in Brussel.

In 1929 werd het "compromis van de Belgische socialisten" bereikt. Destrée en Huysmans bereikten een akkoord over de taalkwestie. Wallonië zou eentalig blijven, terwijl Vlaanderen zelfbestuur kreeg op culturele zaken (zoals onderwijs). Waalse ambtenaren en militairen hoefden geen Nederlands te leren, maar in de rechtspraak en de overheid werd er wel rekening gehouden met Nederlandstaligen. Tijdens de jaren 1930 werden enkele wetten doorgevoerd. De Grote Depressie zorgde ervoor dat alle regeringspartijen (katholieken, liberalen en socialisten) werden afgestraft tijdens de verkiezingen van 1936. Veel socialisten waren boos op de Belgische Werkliedenpartij en stapten over naar de Kommunistische Partij van België (KPB). Toch behielden de partijen genoeg zetels voor een meerderheid.

Tweede Wereldoorlog en erna

Aan het einde van de jaren 1930 werd Hendrik de Man partijvoorzitter van de Belgische Werkliedenpartij. Hij schreef een plan om België uit de crisis te krijgen (Plan-De Man). De Man was beïnvloed door het corporatisme. In 1940 viel Nazi-Duitsland België binnen en bezette het land. De regering vluchtte toen naar Bordeaux en later naar Londen. De Man bleef als enige partijleider achter in België. Ondertussen moesten veel socialisten vluchten, onderduiken, gingen het verzet in of werden opgepakt.

Enkele maanden na de bezetting gaf De Man een speech waarin hij de Belgische Werkliedenpartij ophief. De Man riep de socialisten op om zich over te geven aan de nazi's. Ook begon De Man samen te werken met de Duitse bezetter en verdedigde de keuze van Leopold III om te blijven. Weinig socialisten luisterden hierna. De socialisten bleven actief binnen het verzet en de gevluchte regering in Londen. Aan het einde van de oorlog vluchtte De Man naar Zwitserland. Hij werd in België veroordeeld, maar bleef tot zijn dood in 1953 in Zwitserland wonen.

Na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om de Belgische Werkliedenpartij om te vormen in de Belgische Socialistische Partij (BSP). Volgens de socialisten was de oude naam niet meer toepasselijk door de collaboratie van De Man.

Verkiezingsuitslagen

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Gebruiker:Mike1023/Kladblok&oldid=858908"