Afghaanse Oorlog

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In Afghanistan is er al sinds 1979 oorlog. Hoewel er tegenwoordig wordt gevochten tegen de terroristen van de Taliban, is de oorlog eigenlijk begonnen door de Sovjet-Unie. Dat zit zo; in de jaren zeventig waren de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie elkaars aartsvijanden. Beide landen waren heel machtig en hadden allemaal kleinere landen die aan hun kant stonden. Afghanistan, in die tijd nog een koninkrijk, was neutraal. Omdat het in het midden lag tussen de Sovjet-Unie en Iran (toen een bondgenoot van de VS) probeerden de Sovjets en de Amerikanen er allebei invloed te krijgen. Uiteindelijk lukte dat de Sovjets het beste: zij zorgden ervoor dat de macht werd gegrepen door een regering die net als de Sovjet-Unie communistisch was. Omdat die regering erg streng was voor het volk, kwamen de Afghanen in opstand. Daarop stuurden de Sovjets het leger om de regering te helpen, terwijl de Amerikanen juist de opstandelingen steunden. De opstandelingen werden 'moedjahedien' genoemd, wat strijders voor de islam betekent. Eén van hun leiders was Osama bin Laden.

Het lukte de Sovjets niet om de moedjahedien te verslaan: de rebellen kregen veel steun van de VS en kenden bovendien het landschap veel beter. Daarom besloot sovjetleider Michail Gorbatsjov in 1988 zijn troepen terug te trekken. Ook de Amerikanen gingen weg. Maar de oorlog was nog niet voorbij: de communistische regering zat er nog steeds en bovendien begonnen verschillende groepen van de moedjahedien nu tegen elkaar te vechten.

In 1992 werd de communistische regering verdreven en werd Burhanuddin Rabbani de president. Al snel kreeg hij te maken met een nieuwe vijand: de taliban. De taliban waren strenggelovige moslims die wilden dat iedereen ging leven volgens hun versie van de islamitische regels. Wie dat niet wilde werd streng gestraft of zelfs vermoord. Vanuit het zuiden van het land, waar de 'talibanhoofstad' Kandahar lag, veroverden de taliban grote gebieden en in 1996 zelfs de hoofdstad Kabul. In het begin waren veel mensen blij met de taliban, omdat ze geloofden dat het met hen eindelijk eens rustig zou worden in het land. Maar er was nauwelijks vrijheid, vooral niet voor vrouwen en niet-moslims.

Ondertussen hield de Noordelijke alliantie stand onder leiding van Achmed Sjah Massoud. De situatie leek hopeloos, totdat de alliantie hulp kreeg uit onverwachte hoek: na de aanslagen op de Twin Towers op 11 september 2001, waar Osama bin Laden achter zat, verklaarden de Verenigde Staten de oorlog aan de Taliban omdat die Bin Laden steunden. De Amerikanen veroverden grote delen van het land, waaronder de hoofdstad, en maakten het land weer een democratie. Maar de taliban behielden de macht over grote delen van het zuiden en bovendien werd Bin Laden niet gevonden.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Afghaanse_Oorlog&oldid=446233"