Echte boomkruipers
| Echte boomkruipers Certhiidae | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Leefgebied | noordelijk halfrond en Afrika bezuiden de Sahara | ||
| Leefomgeving | beboste gebieden | ||
| Behoort tot de | Zangvogels, Vogels | ||
| |||
De boomkruipers (Certhiidae) zijn kleine zangvogels, wijdverspreid in beboste gebieden van het noordelijk halfrond en Afrika bezuiden de Sahara. Hun verenkleed is dof van kleur en zoals hun naam al aangeeft, klimmen ze over het oppervlak van bomen op zoek naar voedsel.
Ze meten 12 tot 18 centimeter lang. Hun snavels zijn zacht naar beneden gebogen en vrij lang, en worden gebruikt om schors te onderzoeken op insecten en spinnen. Ze klimmen vaak op boomstammen in een spiraalvormig pad, huppelend met hun voeten tegen elkaar; hun tenen zijn lang en getipt met sterk gebogen klauwen om vast te grijpen. De langere staarten van de Certhia- boomkruipers zijn verstijfd om als steun te gebruiken tijdens het klimmen, maar die van de gevlekte klimplant zijn korter en niet verstijfd. Hun liedjes en oproepen zijn dun en hoog.
Boomkruipers zijn over het algemeen onopvallend en trekken zich weinig aan van mensen. Ze komen voor als alleenstaanden of in paren, soms in kleine familiegroepen na het uitvliegen. Gemeenschappelijke rustplaatsen zijn waargenomen bij drie soorten (en kunnen bij meer voorkomen), waarbij maar liefst 20 vogels een rustplaats delen om warmte vast te houden.
Soorten
De familie bevat elf soorten in twee geslachten; Certhia en Salpornis.
In Europa komen twee soorten uit het geslacht Certhia voor:
- (Gewone) boomkruiper (Certhia brachydactyla)
- Taigaboomkruiper (Certhia familiaris)