Geuzenlied (lied)
Het Geuzenlied, ook wel Romdiredom genoemd, is een lied uit de Tweede Wereldoorlog. Het werd gebruikt door de Nederlandse afdeling van de Schutzstaffel (SS). Het is een geuzenlied, maar het valt niet onder de traditionele geuzenliederen van de Tachtigjarige Oorlog.
Tekst en uitleg
Tekst
De geuzenvendels rukken aan, romdiredom!
Na eeuwen zijn zij opgestaan, romdiredom!
Zie hun vlaggen vliegen in de wind!
Hoor, een nieuwe geuzentijd begint,
Met slaande trom, met slaande trom!
Rom, rom, romdiredom!
Het volk zijn oude kracht hervindt.
De geuzenvendels trekken op, romdiredom!
Hun vuist is hard en hard hun kop, romdiredom!
D’Oude geuzentijd is weer ontwaakt,
Heeft een eind aan nacht en nood gemaakt,
Met slaande trom, met slaande trom!
Rom, rom, romdiredom!
Het Dietse volk wordt sterk gemaakt.
De geuzenvendels leven weer, romdiredom!
Zij slaan met gloed de vijand neer, romdiredom!
Want der vad'ren bloed brandt in hun ziel,
En zij vechten weer als voor Den Briel,
Met slaande trom, met slaande trom!
Rom, rom, romdiredom!
Tot eer van wie voor Dietsland viel!
Uitleg
Dit lied is geschreven door collaborateurs. Dat waren in dit geval nationalistische Nederlanders, vaak van de NSB, die samenwerkten met de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. De collaborateurs omschreven zichzelf graag als geuzen. Dat waren rebellen die in de Tachtigjarige Oorlog aan de zijde van Willem van Oranje tegen Spanje vochten. De "nieuwe geuzentijd" die begint en de "oude kracht van het volk" die hervonden wordt duidt erop dat de NSB'ers zich zagen als de nieuwe bevrijders van Nederland. Met het "Dietse volk" wordt het Germaanse volk bedoeld. Dat zijn de Vlamingen, Nederlanders en Duitsers samen. Met "vechten als voor Den Briel" wordt gerefereerd aan de Inname van Den Briel in 1572, het eerste succes van de geuzen.