Jamnacultuur

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Zie ook Tijdlijn van cultuurvolkeren in de Lage Landen
Pot uit de Jamnacultuur
Jamna en touwbekerculturen

De Jamnacultuur of Yamnaya-cultuur is een Oost-Europese archeologische cultuur uit de late kopertijd en vroege bronstijd in de gebied de rivieren Dnjestr, Bug en Oeral in de Pontische steppe (huidige Oekraïne). Men dateert de cultuur van 3600 tot 2500 voor Christus. Vrij vertaald betekent het putgrafcultuur, verwijzend naar de wijze waarop de overledenen begraven werden. Later verspreidt de cultuur zich in oostelijke en westelijke richting, waarbij het in noordwestelijke richting tussen 3200–2300 v.Chr. over gaat in de touwbekercultuur en later in de klokbekercultuur.

De cultuur is volgens de wetenschappers een goede kandidaat voor het oorspronkelijke thuisland van de Indo-Europese talen, waaruit onder andere het Germaans (en daarmee het Nederlands) is ontstaan. DNA onderzoek bevestigt dit idee. Ook bijzonder is dat Genetische studies van menselijke resten uit het Mesolithicum tot de vroege Bronstijd aangeven dat dragers van de Yamnaya-cultuur een verhoogd risico op de ziekte multiple sclerose hadden en dit naar Europa brachten.

Toen de Jamna's westwaarts trokken, troffen ze laagbevolkte gebieden aan. Die dunne bevolking zou te maken hebben gehad met pestepidemieën onder de neolithische boeren in Midden-Europa.

Leefwijze

Graf van de Jamnacultuur

De Jamna's waren voornamelijk een volk met een nomaden bestaan. De Yamnaya-economie was gebaseerd op veeteelt, visserij en foerageren, en de vervaardiging van keramiek, gereedschappen en wapens. Ze hadden de beschikking over ossenwagens met schijfwielen (soort huifkarren), waarmee ze vooral 's zomers rondtrokken. Aanvankelijk aten ze het vlees van wilde paarden. Op een gegeven moment zijn zij als eersten deze gaan domesticeren en als trek- en rijdier gaan gebruiken (wat men aan de hand van het skelet van de Jamna's heeft vast kunnen stellen). Er zijn ook aanwijzingen dat paarden werden begraven in mensengraven. Hun doden werden in rugligging begraven met opgetrokken knieën. De lichamen werden vervolgens bedekt met oker en daar overheen kwam een grafheuvel (koergan). In de graven werden botten van runderen, varkens, schapen, geiten en paarden gevonden, wat wijst op de gewoonte om vlees of dieren te geven voor het hiernamaals.

Men denkt dat ze vlees, melk, yoghurt, kaas en soepen aten gemaakt van zaden en wilde groenten, en waarschijnlijk mede (honingdrank) dronken. Dat had mede te maken met de lactose-tolerantie (dat je melkproducten kunt eten en drinken) die dit volk had. Aangenomen wordt dat mensen van de Jamnacultuur voornamelijk een bruine oogkleur, een lichte tot middelmatige huid en een bruine haarkleur hadden, met enige variatie. Een gen-afwijking zou ook voor blond haar kunnen zorgen.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Jamnacultuur&oldid=835267"